Vragen bij Overleven in Europa 2.1

Vragen bij Overleven in Europa
Paragraaf 2.1 Verder kijken dan de Costa's
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vragen bij Overleven in Europa
Paragraaf 2.1 Verder kijken dan de Costa's

Slide 1 - Diapositive

De Middellandse Zee
A
is op 3 plaatsen toegankelijk voor zeeschepen
B
is op 1 plaats toegankelijk voor zeeschepen
C
is niet toegankelijk voor zeeschepen

Slide 2 - Quiz

De Middellandse Zee staat in verbinding met
A
de stille oceaan en de rode zee
B
de Atlantische oceaan, de rode zee en de zwarte zee
C
de zwarte zee, de golf van Mexico en de Atlantische oceaan
D
de zwarte zee, de rode zee en de Arabische zee

Slide 3 - Quiz

De Atlantische Zee is toegankelijk via
A
de straat van Gibraltar
B
het Suez kanaal
C
de Bosporus
D
het Panamakanaal

Slide 4 - Quiz

De Rode Zee is toegankelijk via
A
het Suez kanaal
B
het Panamakanaal
C
de Bosporus
D
de straat de Gibraltar

Slide 5 - Quiz

De kustlijn van de Middellandse Zee is erg onregelmatig met veel schiereilanden
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De straat van Gibraltar is smal en diep
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De Middellandse Zee is zouter dan de Atlantische oceaan
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De water van de Middellandse Zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is

Slide 9 - Quiz

In de Middellandse Zee verdampt er meer water dan er door neerslag en rivieren wordt aangevuld
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

In de Middellandse Zee verdampt er meer water dan er aangevuld. Kies het juiste antwoord
A
Hierdoor daalt het waterpeil in de Middellandse zee
B
het waterpeil daalt niet omdat vanuit andere zeeën water naar binnen stroomt

Slide 11 - Quiz

Water met een hoge dichtheid is zwaar en zakt naar beneden. De dichtheid van water wordt bepaald door
A
temperatuur en vochtigheid
B
het gesteente en het zoutgehalte
C
de temperatuur en het zoutgehalte

Slide 12 - Quiz

Het zoutgehalte is het hoogste in
A
het oosten
B
het westen
C
het zoutgehalte is overal gelijk

Slide 13 - Quiz

In het oosten is het warmer waardoor er meer verdamping is (en het water dus zouter)
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

In het oosten is er minder verversing van het water (minder instroom vanuit andere wateren) waardoor het water zouter is
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Hoe dieper
A
hoe kouder het water
B
hoe warmer het water

Slide 16 - Quiz

Het Mediterraanse klimaat wordt gekenmerkt door
A
warme natte zomers
B
warme droge winters
C
warme droge zomers
D
koude droge winters

Slide 17 - Quiz