2havo oefentoets deel 1 13 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hallo, 2h1!

artikel over zakgeld

Bespreken oefentoets deel 1

Heb de antwoorden paraat!

1 Bij welk verband horen de signaalwoorden opdat en zodat? 

Doel-middel: 

Hij draagt een mondkapje , zodat hij een ander niet ziek kan maken.

blz 76

Vraag 2: onderwerp van de tekst

2 Wat is het onderwerp van de tekst?

A het verband tussen rijkdom en persoonlijkheid

B rijk worden met je eigen zaak

C tips om rijk te worden

D uitkomsten van onderzoek naar rijkdom

1. het verband tussen rijkdom en persoonlijkheid
2. rijk worden met je eigen zaak
3. tips om rijk te worden
4. uitkomsten van onderzoek naar rijkdom

3 Welk verband herken je in alinea 2?

A chronologisch

B doel-middel

C redengevend  

D vergelijkend 

1. A chronologisch
2. B doel-middel
3. C redengevend
4. D vergelijkend

4 Noteer het doel-middelverband van alinea 2 en 3 samen.  

Wat is het doel?

Hoe ga je het doel bereiken (middel)?

middel: eigen baas zijn

doel: rijk worden

 

5 Welke zin wordt in alinea 4 toegelicht?

A Rijkdom en onaardig gedrag gaan namelijk hand in hand, aldus Amerikaanse en Canadese onderzoekers eerder dit jaar.

B Zij voerden een reeks experimenten uit.

C Zo lieten ze proefpersonen een dobbelspelletje spelen.

D En in weer een andere proef bleken rijkere automobilisten vaker voor te dringen in het verkeer.

 

5 Welke zin wordt in alinea 4 toegelicht?

A Rijkdom en onaardig gedrag gaan namelijk hand in hand, aldus Amerikaanse en Canadese onderzoekers eerder dit jaar.

B Zij voerden een reeks experimenten uit. Zo = signaalwoord van toelichting

C Zo lieten ze proefpersonen een dobbelspelletje spelen.

D En in weer een andere proef bleken rijkere automobilisten vaker voor te dringen in het verkeer.

 

6 Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 4? Noteer ook het signaalwoord waaraan je het verband herkent.

verband: […]

signaalwoord: […] 

6 Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 4? Noteer ook het signaalwoord waaraan je het verband herkent.

verband: […]

signaalwoord: […] 

 verband: concluderend

signaalwoord: dus

 

7 Wat is de hoofdgedachte van tekst 1?

A Een eigen zaak, een onaardig karakter en verhuizing naar het buitenland kunnen je helpen om steenrijk te worden.

B Nederland is geen goede plek om superrijk te worden, in tegenstelling tot de Verenigde Staten, Rusland en Duitsland.

C Rijkere mensen spelen vaker vals dan minder vermogende proefpersonen.

D Van alle miljonairs in Amerika is 80 procent eerstegeneratiemiljonair, zo is uit onderzoek gebleken. 

7 Wat is de hoofdgedachte van tekst 1?

A Een eigen zaak, een onaardig karakter en verhuizing naar het buitenland kunnen je helpen om steenrijk te worden.

B Nederland is geen goede plek om superrijk te worden, in tegenstelling tot de Verenigde Staten, Rusland en Duitsland.

C Rijkere mensen spelen vaker vals dan minder vermogende proefpersonen.

D Van alle miljonairs in Amerika is 80 procent eerstegeneratiemiljonair, zo is uit onderzoek gebleken. 

8 Moet je de adviezen in de tekst serieus nemen? Leg je antwoord uit.

Tot slot

Maak de oefentoets deel 2

Maandag 18 januari voor de les klaar en ingeleverd via Teams!

Heel veel succes!