Overgang Oudheid-Middeleeuwen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen bij het feodale stelsel 🏰
Na deze les kun je:

1️⃣ Uitleggen waarom het feodale stelsel ontstond.

2️⃣ Beschrijven hoe de samenleving veranderde door het feodale stelsel.

3️⃣ Begrijpen hoe het dagelijks leven van mensen veranderde.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

🏛️ Oorzaak-Gevolg Opdracht: De Val van het West-Romeinse Rijk ⚖️

👉 Opdracht: Koppel de oorzaken (1 t/m 3) aan de juiste gevolgen (A t/m C).

Waarom viel het West-Romeinse Rijk?
1️⃣ Germaanse stammen en andere volken vielen het rijk binnen. De grenzen stortten in.
2️⃣ Het Romeinse leger werd zwakker en kon de handelsroutes niet meer beschermen.
3️⃣ Door minder bewaking en plunderingen werd het gevaarlijk op het platteland.

Wat gebeurde er na de val van het rijk?
A. Het bestuur verdween en veel kennis en vaardigheden gingen verloren.
B. Boeren zochten bescherming bij heren, wat leidde tot het hofstelsel.
C. Er kwam weinig voedsel, omdat handel met landen zoals Egypte en Noord-Afrika stopte.

💡 Kun jij de juiste koppels maken? 💡








Slide 10 - Diapositive

Waarom had Karel de Grote het feodale stelsel nodig?


  1.  Het Frankische Rijk had geen goed wegennetwerk zoals de Romeinen.
  2.  Karel de Grote had geen betaald en vast leger, zoals de Romeinen wel hadden.
  3.  Er waren geen ambtenaren om het hele rijk vanuit één plek te besturen.
  4.  Communicatie was traag, omdat er geen snelle postdienst en wegen waren.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Feodale stelsel
  • Koningen hadden weinig macht en konden hun rijk niet alleen besturen.

  • Koning gaf land aan leenmannen (hertogen, graven, bisschoppen).

  • Leenmannen hielpen de koning met bestuur en oorlog.

  • Ridders beschermden het land in ruil voor een kleiner stuk land.

  • Boeren werkten op het land en kregen bescherming.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hofstelsel
  • Boeren (horigen) werkten op het land van de heer (domein)

  • Ze kregen bescherming in ruil voor een deel van hun oogst. 

  • We noemen dit het hofstelsel

Slide 17 - Diapositive

Oudheid

  1. Goede wegen, snelle berichten, sterk centraal bestuur.
  2. Veel goed opgeleide bestuurders die trouw waren aan de keizer.
  3. Goed betaald, groot professioneel leger, georganiseerd vanuit één plek (Rome).


(Vroege) Middeleeuwen

  1. Slechte wegen, bijna geen berichten, moeilijk om snel bestuur uit te voeren. Heer→ Moest hulp vragen aan plaatselijke leiders (edelen).
  2. Te weinig goede bestuurders, dus moest Heer edelen inzetten die hij land gaf in ruil voor trouw.
  3. Geen centraal leger, afhankelijk van edelen. Edelen moesten zelf soldaten meenemen en betalen.
🏛️ Oorzaak-Gevolg Opdracht: Waarom had Karel de Grote het feodale stelsel nodig, terwijl de Romeinen zonder konden? ⚖️

👉 Opdracht: Koppel de oorzaken (1 t/m 4) aan de juiste gevolgen (A t/m D).

Waarom had Karel de Grote het feodale stelsel nodig?
1️⃣ Het Frankische Rijk had geen goed wegennetwerk zoals de Romeinen.
2️⃣ Karel de Grote had geen betaald en vast leger, zoals de Romeinen wel hadden.
3️⃣ Er waren geen ambtenaren om het hele rijk vanuit één plek te besturen.
4️⃣ Communicatie was traag, omdat er geen snelle postdienst en wegen waren.

Waarom was het feodale stelsel de oplossing?
A. In plaats van betaalde ambtenaren gebruikte Karel leenmannen om wetten uit te voeren en belasting te innen.
B. Leenmannen moesten ridders en soldaten leveren in ruil voor land, omdat Karel geen geld had voor een groot leger.
C. Door het gebrek aan wegen en snelle communicatie was bestuur op afstand lastig, dus Karel deelde taken uit aan leenmannen.
D. Karel gaf delen van zijn rijk in leen aan trouwe leenmannen (hertogen en graven), die het bestuur op lokaal niveau overnamen.

💡 Kun jij de juiste koppels maken? 💡








Slide 18 - Diapositive

⚖️ Oorzaak-Gevolg Opdracht: Rechten en Plichten in het Feodale Stelsel 🏰

👉 Opdracht: Koppel de personen (1 t/m 4) aan hun rechten en plichten (A t/m D).

Wie hoort wat te doen binnen het feodale stelsel?
1️⃣ De koning
2️⃣ De leenman (hertog, graaf, baron, bisschop)
3️⃣ De achterleenman/vazal (ridder)
4️⃣ De horige boer

Wat waren hun rechten en plichten?
A. Moet het land van zijn heer verdedigen en militaire dienst leveren in ruil voor een stuk land (leen).
B. Bestuurt het land namens de koning, beschermt de boeren en ridders en moet belasting en soldaten leveren aan de koning.
C. Mag over het land regeren en leent stukken land uit aan trouwe edelen in ruil voor militaire steun en belasting.
D. Moet werken op het land van de heer, een deel van de oogst afstaan en mag het domein niet verlaten zonder toestemming.

💡 Kun jij de juiste koppels maken? 💡

Slide 19 - Diapositive

🏰 Oorzaak-Gevolg Opdracht: Hoe ontstond het feodale stelsel? ⚖️

👉 Opdracht: Koppel de oorzaken (1 t/m 4) aan de juiste gevolgen (A t/m D).

Waarom ontstond het feodale stelsel?
1️⃣ Het Romeinse rijk viel uiteen, er was geen centraal bestuur meer.
2️⃣ Er waren veel plunderingen en aanvallen, het was gevaarlijk op het platteland.
3️⃣ Koningen hadden weinig geld en konden geen groot leger betalen.
4️⃣ Boeren wilden bescherming en gingen werken voor een heer.

Wat veranderde door het feodale stelsel?
A. De samenleving kreeg een vaste indeling: koningen, leenheren, ridders en boeren.
B. Boeren moesten een deel van hun oogst afstaan in ruil voor bescherming.
C. Lokale heren kregen veel macht en bestuurden hun eigen gebieden.
D. Dorpen werden zelfvoorzienend: ze maakten hun eigen voedsel en spullen.

✨ Kun jij de juiste koppels maken? ✨

Slide 20 - Diapositive

Waarom ontstond het feodale stelsel?
1️⃣ Het Romeinse rijk viel uiteen, er was geen centraal bestuur meer.
2️⃣ Er waren veel plunderingen en aanvallen, het was gevaarlijk op het platteland.
3️⃣ Koningen hadden weinig geld en konden geen groot leger betalen.
4️⃣ Boeren wilden bescherming en gingen werken voor een heer.

Wat veranderde door het feodale stelsel?

A. De samenleving kreeg een vaste indeling: koningen, leenheren, ridders en boeren.

B. Boeren moesten een deel van hun oogst afstaan in ruil voor bescherming.

C. Lokale heren kregen veel macht en bestuurden hun eigen gebieden.

D. Dorpen werden zelfvoorzienend: ze maakten hun eigen voedsel en spullen.

Slide 21 - Diapositive

Opdracht:
1️⃣ Beantwoord de volgende vragen:

Waarom konden koningen hun rijk niet meer centraal besturen?

Welk systeem werd hiervoor bedacht en hoe werkte dit systeem?

Hoe zorgden boeren ervoor dat ze veilig konden blijven wonen en werken? Hoe noemen we dit systeem?

2️⃣ Schrijf in drie zinnen op hoe het feodale stelsel het dagelijks leven van mensen veranderde.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo