Een, twee, drie, vier, hoedje van, hoedje van..... Dit liedje wordt gebruikt bij
A
structurerend tellen
B
de telvolgorde te leren
C
akoestisch tellen
D
resultatief tellen
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
Rekenen PWMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Een, twee, drie, vier, hoedje van, hoedje van..... Dit liedje wordt gebruikt bij
A
structurerend tellen
B
de telvolgorde te leren
C
akoestisch tellen
D
resultatief tellen
Slide 1 - Quiz
Junia (2;8) gaat met haar vader een dagje naar Amsterdam. Ze gaan met buslijn 3. Als de bus komt aangereden roept Junia: 'Kijk papa, die bus is even veel jaar als ik!' In welke fase van de rekenontwikkeling zit Junia?
A
Akoestisch tellen
B
Structurerend tellen
C
Resultatief tellen
D
Geen idee
Slide 2 - Quiz
www.digilijnrekenen.nl
Slide 3 - Lien
Handelingsmodel Het filmpje dat je net zag is een voorbeeld van rekenen in ontwikkelingsfase ....
A
Fase 1: Doen
B
Fase 2: Concreet voorstellen
C
Fase 3: Abstract voorstellen
D
Fase 4: Formeel rekenen
Slide 4 - Quiz
Dit boek kun je gebruiken bij:
A
Akoestisch tellen
B
Resultatief tellen
C
Structurerend tellen
D
Structurerend én resultatief tellen
Slide 5 - Quiz
Om te kunnen splitsen moet je ....
A
De volgorde van getallen kennen
B
Structuur in de telrij kunnen zien
C
De betekenis van getallen kennen
D
Tot 20 kunnen tellen
Slide 6 - Quiz
Handelingsmodel Wat valt onder concreet rekenmateriaal?
A
Appels en peren en daar sommen mee maken
B
Rekenmelodietjes en ritmes
C
Rekensommen op een werkblad
D
Twee dobbelstenen om sommen mee te maken
Slide 7 - Quiz
Een kind van 5 jaar telt op zijn vingers. Het kind weet de volgorde en de betekenis van de getallen maar ziet er nog geen structuur in. Wat ga jij doen structurerend tellen te oefenen?
A
Je zegt: "Weg die vingers. Dat doen we hier niet meer!"
B
Je leert het kind verder tellen vanaf een getal onder de 10
C
Je gaat met het kind tellen tot 20 en weer terug.
D
Je legt 5 appels neer, kind draait om en je pakt een of twee appels weg. .... weg?
Slide 8 - Quiz
Een manier om erbij en eraf tot 10 te oefenen is:
A
10 x springen en hardop meetellen
B
Mens-erger-je-niet
C
Tellen op de vingers
D
De top 10 van de top 40 meezingen
Slide 9 - Quiz
Als je de tafels aan gaat bieden begin je met het uitleggen van:
A
Het begrip 'keer' uitleggen
B
het leren indelen in groepjes
C
de route naar de meubelboulevard
D
de tafel van 5
Slide 10 - Quiz
In welke groep leren kinderen de wiskundige termen <,>,x en :