Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Evolutie
Slide 1 - Diapositive
LESDOEL
Ik kan omschrijven:
wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
wat de overeenkomsten tussen verschillende soorten organismen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Ik kan toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.
Slide 2 - Diapositive
Even opfrissen...
Slide 3 - Diapositive
Hoe komt een giraffe aan zijn lange nek?
Slide 4 - Carte mentale
Evolutietheorie
1. Variatie in genotypen (verzameling eigenschappen van het individu die is geërfd van de ouders)
2. Natuurlijke selectie
3. Ontstaan van nieuwe soorten
Slide 5 - Diapositive
Variatie in genotypen
Door geslachtelijke voortplanting
Slide 6 - Diapositive
Natuurlijke selectie
- De natuur selecteert.
- OVERLEVINGSKANS
Je moet goed aangepast zijn.
Dus.. Natuurlijke selectie is het verschijnsel dat sommige organismen uit een bepaalde populatie beter in hun omgeving passen, dat wil zeggen: meer kans hebben om te zorgen voor overlevende nakomelingen dan minder goed aangepaste organismen.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Het ontstaan van nieuwe soorten
- Het klimaat of de omgeving kan veranderen (geografische barriere)
- Ze kunnen van elkaar gescheiden worden
- Er onstaan onderling verschillende rassen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Verandering
Dus als een populatie verandert (evolueert) kan er sprake zijn van evolutie: aanpassing/adaptatie.
Als populatie geissoleerd is kan nieuwe soort ontstaan. (bijv. darwinvinken)
Een eigenschap levert voordeel op voor overleving of voortplanting.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Argumenten evolutie-theorie
Fossielen
Overeenkomsten in bouw
Embryologie
Rudimentaire organen
DNA
Slide 13 - Diapositive
Fossielen
- versteende overblijfselen/afdrukken in gesteente - komen alleen in lagen van een bepaalde ouderdom voor
- In de loop der tijd blijken soorten te zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen
Slide 14 - Diapositive
Fossielen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Overeenkomsten in bouw
Organen met een verschillende functie vertonen overeenkomsten in bouw
Zij zijn dus waarschijnlijk uit dezelfde grondvorm (voorouder) ontstaan
Slide 18 - Diapositive
Embryologie
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Overeenkomsten in functie
Organen hebben weinig overeenkomsten in bouw, maar wel dezelfde functie
Ze zijn dus waarschijnlijk niet uit dezelfde grondvorm (voorouder) ontstaan
De aanpassing is meerdere keren door evolutie ontstaan
Slide 21 - Diapositive
Organen met dezelfde functie, maar een andere bouw/evolutionaire geschiedenis.
Slide 22 - Diapositive
Rudimentaire organen
Dit zijn organen die niet langer nodig zijn. Ze hebben hun nut verloren.
Slide 23 - Diapositive
Rudimentaire organen
Slide 24 - Diapositive
Overeenkomsten bouw cellen
Cellen van verschillende organismen vertonen overeenkomsten in bouw en processen
Cellen hebben overeenkomstige stoffen zoals DNA en eiwitten
Slide 25 - Diapositive
Hoe noem je versteende afdrukken van organismen?
A
Rudimentair
B
Fossielen
C
Analoge gesteenten
Slide 26 - Quiz
Wat is een rudimentair orgaan
A
Een orgaan dat je voorouders ook hadden
B
Een orgaan dat je niet langer nodig hebt
C
Een orgaan waar je niet buiten kunt
Slide 27 - Quiz
Wat betekent het als twee organismen veel overeenkomsten hebben in de samenstelling van hun DNA?