MDL §2 Onderwerp

MDL §2 Onderwerp
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

MDL §2 Onderwerp

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


* Gedicht van de week
* 10 minuten lezen
* werkboek
* terugblik en nakijken huiswerk
* Lesdoelen
* Koppelen methode
* MDL §2 - Onderwerp
* Verwerking
* Evaluatie
* Huiswerk



-agenda
-etui
-leesboek
-lesboek
-laptop


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom lezen?

Je ontwikkelt een vorm kritisch denken
Een van de belangrijkste voordelen van het lezen van boeken
is het vermogen om kritisch denkvermogen te ontwikkelen.
Bijvoorbeeld, het lezen van een thriller verscherpt je geest.
Welke elementen zijn er in een verhaal om 
deze of die conclusie te trekken. Of als een
boek non-fictie is, vraag je je soms af of de auteur 
gelijk heeft. 
Hoe meer je leest, des te dieper jouw begrip wordt over wat je leest en de toepassing ervan.



timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat
Maken: oefening 3 op blz. 1 en oefening 3 op blz. 8
hoe
zelfstandig
tijd
5 minuten
resultaat
wordt samen besproken
klaar
lees in je leesboek
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Wat is een synoniem voor etui?

Bedenk een omschrijving voor het woord knaagdier.

Geef voorbeelden van teamsporten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BK - opdracht 1
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld voor ‘blij’: happy, gelukkig bij ‘boos’: pissig, chagrijnig.
Goed: als er twee voorbeelden bij ‘blij’ en ‘boos’ worden genoemd.
Gedeeltelijk goed: als er maar bij één woord een voorbeeld wordt genoemd.
Fout: als er geen juiste voorbeelden genoemd worden.

2 C gevoelens
3 aanschijn – aangezicht – toet – gelaat
4 snuit, smoelwerk, toet
5 gezicht, aanschijn, aangezicht of gelaat 






KGT - opdracht 2
1 een soort buideldieren
2 Kijken, snuffelen en krabben
3 huisdieren
4 van het een naar ht ander
   in een situatie
   dachten
   vroeger
   onderzoeker
 5 niet waar
    niet waar
    waar
6 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: De onderzoekers vinden het bijzonder dat kangoeroes ook kunnen communiceren met mensen.  
 









Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BK - opdracht 3
Opdracht 3
1 meteen
2 ruzie
3 aantekeningen
4 smoothies
5 gebruiksaanwijzing 






KGT - opdracht 3
1 Heel kleine (bewegingen).
2 Je hoofd knikt niet mee en je lijf beweegt niet mee.
3 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld stil.
4 Je hebt er geen controle over.
5 Wetenschappers.
6 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Onderzoekers hebben uitgevonden dat het onmogelijk is om naar muziek te luisteren zonder heel kleine bewegingen te maken. 
 









Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productdoel:
Je weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt herkennen.
Je weet op welke onderdelen je goed moet letten om het onderwerp te kunnen herkennen.

Procesdoel:
Je doet actief met de les mee en steekt je vinger op als je iets wilt zeggen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2 Onderwerp                                                       blz. 15/16

Je leert het onderwerp van een tekst herkennen.


Hoe vind jij het onderwerp van een tekst?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

- Het onderwerp is dat waar de tekst over gaat.

- Bekijk titel, afbeeldingen, tussenkopjes, 'andere' woorden, lees de eerste alinea.

- Geef antwoord op de vraag:

'Waar gaat deze tekst over?

- Bekijk ook altijd de bron. Waar komt deze tekst vandaan? Is het betrouwbaar of niet? Wat voor soort bron is het?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de tekst. Wat is het onderwerp?

Slide 13 - Diapositive

Bekijk titel, afbeelding, tussenkopjes, anders gedrukte woorden, bron.
Lees eerste alinea.
Bekijk de bronnen van deze twee teksten. 
Door de bron weet je dat er in iedere tekst iets anders over luchtballonnen staat. 
Wat is het verschil als je kijkt naar de bronnen?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Op welke onderdelen van een tekst let je als je het onderwerp zoekt?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerking / huiswerk voor maandag 9 september
wat 
Maken Meer dan lezen §2 Onderwerp (ONLINE!)
BK: opdracht 2 t/m 6 
KGT: opdracht 2 t/m 6
hoe
Je mag samenwerken. Let op rustig praten.
tijd
Tot het einde van de les.
resultaat
Je hebt aan de opdrachten gewerkt. Als je nog niet klaar bent, is het huiswerk.
klaar
Lezen in je leesboek.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor 9 september

Afmaken:
Cursus 1 Meer dan lezen - §2 Onderwerp
Maken:
BK: opdracht 2 t/m 6 op blz. 17 t/m20
KGT: opdracht 1, 2 ,3, 5 en 6 op blz. 15 t/m 19



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions