Lezen H3

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

WELKOM
Fijn dat jullie er weer zijn!
We beginnen met lezen in je leesboek, dus pak alvast je leesboek en begin met lezen. 

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- je leert tekstverbanden te herkennen aan signaalwoorden
- je leert samenvattend en voorwaardelijk verband in te tekst herkennen

Slide 4 - Diapositive

Lesprogramma
- Intro lesdoelen en lesprogramma (5 min)
- Lezen (10 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg: tekstverbanden en signaalwoorden (10 min)
- Zelfstandig werken (25 min)
- Afsluiting en huiswerk (5 min)

Slide 5 - Diapositive

Terugblik en huiswerk


H2 Lezen: concluderend, vergelijkend, oorzakelijk en redengevend tekstverband


Slide 6 - Diapositive

Wat heb je aan tekstverbanden en signaalwoorden?
Je kunt een tekst beter begrijpen als je weet wat de delen met elkaar te maken hebben. Welk verband ze hebben.
Je herkent het verband tussen woorden, zinnen en alinea's aan signaalwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Ik ga iedere dag op de fiets naar school.
Het regent.
Ik ga met de trein naar school. 

Slide 8 - Diapositive

Met signaalwoorden laat de schrijver zien wat de zinnen met elkaar te maken hebben. 
Ik ga iedere dag op de fiets naar school. Omdat het regent, ga ik met de trein.

Signaalwoord: omdat

Slide 9 - Diapositive

Voor een voetbalwedstijd heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer per week.

A. Oorzakelijk tekstverband (staan)
B. Redengevend tekstverband (zitten)

Slide 10 - Diapositive

Mijn oom kwam in een lange file terecht, daardoor kwam hij te laat op de receptie.

A. Oorzakelijk tekstverband (staan)
B. Redengevend tekstverband (zitten)

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1 H2 Lezen

Slide 12 - Diapositive

H3 Lezen
Samenvattend verband (schrijver geeft een verkorte weergave van de informatie uit de tekst)
Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al

Voorwaardelijk verband (maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt)
Signaalwoorden:  als (...dan), indien, tenzij, wanneer, mits

Slide 13 - Diapositive

Persvrijheid

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 2 (vraag 2 mag je overslaan) blz. 74/75 over tekst 3 Ruzie tussen YouTube en de muziekbranche

Slide 15 - Diapositive