Hoofdstuk 10, Geld, gewicht en geheugen, 2A niveau

Hoofdstuk 10

 Geld, gewicht en geheugen

Wat gaan wij doen?

1. Uitleg hoofdstuk 10.1+10.2

2. Aan de slag met 10.1 en 10.2

3. Uitleg hoofdstuk 10.3

4. Aan de slag met hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10.1 Geld

Leerdoel: Je kunt geldbedragen omrekenen naar eurocenten, euro’s en tonnen. 

Hoofdstuk 10.1 Geld

Hoofdstuk 10.2 Gewicht

Leerdoel: 

Je kunt rekenen met de maten ton, kg, g, mg. 

Wat is het gemiddelde gewicht van een leeuw?

1. 150 kg
2. 200 kg
3. 100 kg
4. 250 kg

1 ton in gewicht =

1. 100.000 kg
2. 500 kg
3. 100.000 euro
4. 1000 kg

Het gemiddelde gewicht van een kat =

1. 4 kg
2. 40 mg
3. 40 kg
4. 40 dg

Wat schat je dat het gewicht is van deze aardappel?

1. 150 gram
2. 250 gram
3. 100 gram
4. 200 gram

Wat is het juiste gewicht van het varken?

1. 0,18 kg
2. 1,8 kg
3. 18 kg
4. 180 kg

Hoofdstuk 10.2 Gewicht

gewichtsmaten omrekenen
1 ton = ..... kg

1. 100 kg
2. 1.000 kg
3. 10.000 kg
4. 100.000 kg

Zet de gewichtsmaten op volgorde van zwaar naar licht.

1. kg-g-mg
2. mg-g-kg
3. kg-mg-g
4. g-kg-mg

Wat is de juiste gewichtsmaat?

Een glas water weegt 250 ...

1. milligram
2. gram
3. kilogram
4. ton

Wat is de juiste gewichtsmaat?

Een fles frisdrank weegt 1,5 ...

1. milligram
2. gram
3. kilogram
4. ton

Hoofdstuk 10.2 Gewicht

Aan de slag

Ga aan de slag met Smartrekenen hoofdstuk 10.

Hoofdstuk 10.3 geheugen

Leerdoel: 

Je kunt rekenen met de maten GB, MB, KB

Hoofdstuk 10.3 geheugen

Hoofdstuk 10.3 Geheugen

Maak deze in tweetallen

Maak deze 2 opdrachten in tweetallen

Aan de slag

Ga aan de slag met Smartrekenen hoofdstuk 10.

Afsluiting

Wat goed goed?

Je kunt geldbedragen omrekenen naar eurocenten, euro’s en tonnen.

😒🙁😐🙂😃

Je kunt rekenen met de maten ton, kg, g, mg.

😒🙁😐🙂😃

Je kunt rekenen met de maten GB, MB, KB

😒🙁😐🙂😃