H3 - Mercredi 8 mars 2023

Mercredi 8 mars 2023
KWT havo-3
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mercredi 8 mars 2023
KWT havo-3

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui 
  • Réviser la grammaire II: lijdend vwp / meewerkend vwpp
  • Réviser l'imparfait
  • Réviser le futur simple
  • Exercice 'écrire'
  • Poser des questions / apprendre 

Slide 2 - Diapositive

Het vervangen van het lijdend vwp en meewerkend vwp
Hoe kun je in het Frans het lijdend voorwerp in de zin vinden? 
Hoe kun je in het Frans het meewerkend voorwerp in de zin vinden? 

Slide 3 - Diapositive

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kun je een lijdend voorwerp vervangen?
timer
0:45

Slide 4 - Question ouverte

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kun je een meewerkend voorwerp vervangen?
timer
0:45

Slide 5 - Question ouverte

Waar zet je het vervangen zinsdeel neer in de zin?

Slide 6 - Question ouverte

Exercice 
Vervang het dikgedrukte zinsdeel. Schrijf de nieuwe zin helemaal op. 

Slide 7 - Diapositive

Exercice 
  1. Nous avons regardé le film avec nos amis. 
  2. Elles donnent les stylos à leur prof. 
  3. Marie parle au professeur . 
  4. Tu vas donner le cadeau à tes parents
  5. Ahmet a écrit un mail à son meilleur ami. 

Slide 8 - Diapositive

Réponses
  1. Nous l'avons regardé avec nos amis. 
  2. Elles les donnent à leur prof. 
  3. Marie lui parle.
  4. Tu vas leur donner le cadeau? 
  5. Ahmet l'a écrit à son meilleur ami.  

Slide 9 - Diapositive

Hoe maak je de 'imparfait'?

Slide 10 - Question ouverte

L'imparfait 
1. Pak de nous-vorm van de présent
2. Haal -ons eraf
3. Plak de juiste uitgang erachter: -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Bijv. 
Je regardais = ik keek
Vous faisiez = jullie deden
Elles avaient = zij hadden 

Slide 11 - Diapositive

Er is één uitzondering. Welk werkwoord vormt een uitzondering bij de 'imparfait'?

Slide 12 - Question ouverte

Imparfait - uitzondering
Let op: 
Het werkwoord être heeft een onregelmatige imparfait (je kunt van de nous-vorm namelijk niet -ons af halen --> nous sommes)

Je gebruikt dan ét- als stam. 

Wij waren = nous étions
Het was = c'était 

Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je de 'futur proche'?
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Le futur proche 
Nabije toekomende tijd

vorm van aller + hele werkwoord 

Bijv.         vous allez écrire (jullie gaan schrijven) 

Slide 15 - Diapositive

Le futur simple
De futur simple is de toekomende tijd.



Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.
In het Nederlands vertaal je de futur simple met een vorm van het hulp werkwoord 'zullen'+ infinitief

Slide 16 - Diapositive

Hoe maak je de futur simple?
Stap 1: Je pakt het ...

Slide 17 - Question ouverte

Daarachter zet je de juiste uitgangen. Noteer ze allemaal.
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Stappenplan
1. Pak het hele werkwoord. 
2. Zet je de juiste uitgang erachter: ai, as, a, ons, ez, ont

Let op! De laatste letter vóór de uitgang moet altijd een R zijn!
Eindigt het hele werkwoord dus op een -e? Laat dan de -e wegvallen (zodat er een R overblijft). 

Slide 19 - Diapositive

Uitzonderingen
Die zijn er, maar laten we voor nu even weg :) 

Slide 20 - Diapositive

À vous!
Vul de juiste vorm van het werkwoord 'écrire' in. Kijk goed welke tijd je moet gebruiken. 

Slide 21 - Diapositive

1. jij schreef

Slide 22 - Question ouverte

2. wij schrijven

Slide 23 - Question ouverte

3. hij zal schrijven

Slide 24 - Question ouverte

4. jullie hebben geschreven

Slide 25 - Question ouverte

5. zij (v) zullen schrijven

Slide 26 - Question ouverte

6. ik ga schrijven

Slide 27 - Question ouverte

7. men schrijft

Slide 28 - Question ouverte

8. de leerlingen gaan schrijven

Slide 29 - Question ouverte

Questions? 
- Ga verder met de D-toets 
- Of leer voor het proefwerk

Slide 30 - Diapositive