H6 Verschillenanalyse

H5 De integrale kostprijsberekening
Wij gaan er van uit dat de constante kosten  WEL opgenomen worden in de kostprijs:

standaardkostprijs = 

C = totale constante kosten, V = totale variabele kosten
N = normale productie/afzet, B = begrote productie/afzet
NC+BV
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5 De integrale kostprijsberekening
Wij gaan er van uit dat de constante kosten  WEL opgenomen worden in de kostprijs:

standaardkostprijs = 

C = totale constante kosten, V = totale variabele kosten
N = normale productie/afzet, B = begrote productie/afzet
NC+BV

Slide 1 - Diapositive

Lesbrief Het Resultaat
H6 Verschillenanalyse

Slide 2 - Diapositive

Bij een productie van 15.000 stuks zijn de totale kosten € 48.000. Bij een productie van 10.000 stuks zijn de totale kosten € 38.000. De normale productie is 12.000 stuks; de begrote productie is 13.000 stuks. Bereken de standaard kostprijs
toename productie 15.000-10.000 = 5.000
Toename kosten 48.000-38.000 = 10.000
Dus V/W = 10.000/5.000 = 2 per product variabel
Totaal 48.000 - 2 x 15.000 = 18.000 dus C/N = 18.000/12.000 = 1,50
Totaal 2 + 1,50 = 3,50
A
€ 3,20
B
€ 3,50
C
€ 3,40
D
€ 3,80

Slide 3 - Quiz

Constant
Variabel
huur gebouw
salaris oproepkracht
grondstoffen
salaris directeur
interest

Slide 4 - Question de remorquage

Integrale kostprijs formule
Integrale kostprijs =
______________________
______________________
+
Constante kosten
Normale productie
Variabel kosten 
Verwachte productie

Slide 5 - Question de remorquage

Kostprijsberekening
Voorcalculatie                 nacalculatie                      verschillenanalyse

Slide 6 - Diapositive

Voorcalculatie
De berekende kostprijs in de voorcalculatie is de standaardkostprijs ook wel toegestane kostprijs genoemd. 

De standaardkosten zijn de kosten die de organisatie onder normale omstandigheden moet maken (per product) 


 

Slide 7 - Diapositive

Hoe bereken je het bedrijfsresultaat?
1. Bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/- budgetresultaten

2.Bedrijfsresultaat = Totale omzet - totale kosten 

Slide 8 - Diapositive

Voorcalculatorische en nacalculatorische winst bij een handels- en productieonderneming
Voorcalculatorisch <---------------> Nacalculatorisch
Verwacht, Begroot                                     Werkelijk, Gerealiseerd

Verschillenanalyse:
  • Handel; vooral prijs-afzet verschillen
  • Productie; komen daar bezetting-hoeveelheid-prijs verschillen bij in het productieapparaat

Slide 9 - Diapositive

De onderneming neemt beleidsbeslissingen o.b.v. vergelijking tussen voor- en nacalculatie
Voorbeelden:
*Waarom was de verkoopprijs lager? Te vaak kortingen? Product oké?
*Waarom is de afzet veel hoger dan verwacht? Groeimarkt? P te laag?
*Groot positief efficiencyresultaat op grondstoffen: kostprijs bijstellen?
*Negatief prijsresultaat op loonkosten: teveel dure overuren?

etc. etc.

Slide 10 - Diapositive

Het verkoopresultaat
Voorcalculatorisch verkoopresultaat = verwachte afzet x (verwachte verkoopprijs - kostprijs)

Nacalculatorisch verkoopresultaat = werkelijke afzet x (werkelijke verkoopprijs - kostprijs)

Het verkoopresultaat hoeft dus niet gelijk te  zijn aan het resultaat van een onderneming. Waarom niet?

(totale omzet - totale kosten = nettowinst)


Slide 11 - Diapositive

Bestuderen en maken
  • Paragraaf 6.0 t/m 6.2




Slide 12 - Diapositive

Laten we opdracht 6.3 nog eens bekijken.

Slide 13 - Diapositive

Het begrote/werkelijke bezettingsresultaat
constante kosten zijn volledig gedekt als geldt:
normale productie = begrote/werkelijke productie

Als de begrote/werkelijke productie > normale productie zal de ondernemer meer dan de constante kosten terugverdienen en zo een overbezettingswinst boeken
Als begrote/werkelijke  productie < normale productie dan onderbezettingsverlies

begrote bezettingsresultaat =

werkelijke bezettingsresultaat =  
(BN)NC
(WN)NC

Slide 14 - Diapositive

Bezettingsresultaat in grafiek

Slide 15 - Diapositive

een negatief bezettingsresultaat is:
A
het verschil tussen de begrote en werkelijke constante kosten bij een hogere bezetting
B
het verschil tussen de begrote en werkelijke totale kosten bij een hogere bezetting
C
het deel van de constante kosten dat niet gedekt is omdat de werkelijke bezetting afwijkt van de verwachte bezetting
D
het deel van de constante kosten dat niet gedekt is omdat de werkelijke bezetting afwijkt van de normale bezetting

Slide 16 - Quiz

voorcalculatorisch resultaat
Constante kosten moeten worden terugverdiend. Door deze op te nemen in een standaardkostprijs (gebaseerd op de normale afzet) kan je het voorcalculatorisch resultaat bepalen zodra je een inschatting kan maken van de verwachte / begrote afzet.
Dit kan op 2 manieren:
1. Voorcalculatorisch resultaat = totale verwachte opbrengst - totale verwachte kosten
2. Voorcalculatorisch resultaat = verkoopresultaat + bezettingsresultaat



(verkoopprijs - standaardkostprijs) x afzet
(B-N)x (C/N)

Slide 17 - Diapositive

Budgetresultaat
Bij de begroting stel je vast wat het budget voor de komende periode is voor de begrote productie. 

Na afloop stel je de werkelijke kosten vast. Het verschil ten opzichte van de begroting wordt uitgesplitst in budgetresultaten. 

1e manier:
Budgetresultaat = toegestane kosten - werkelijke kosten


Slide 18 - Diapositive

maken opdracht 6.6
timer
5:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

nacalculatorisch resultaat
Er is nu meer informatie beschikbaar. Naast gerealiseerd verkoopresultaat en bezettingsresultaat kunnen er ook nog verschillen zijn ontstaan door:

- prijsresultaat op constante kosten:                                                                         Cb - Cw

- prijsresultaat op variabele kosten                                                                          (sp -wp) x wh
(meer of minder arbeidsuren/grondstoffen gebruikt dan toegestaan)

- efficiencyresultaat op variabele kosten:                                                            (sh - wh) x sp
(meer of minder betaald voor arbeidsuren/grondstoffen dan toegestaan)
sp = standaardprijs (bijv. per kg, per uur of per m2)
wp = werkelijke prijs (bijv. per kg, per uur of per m2)
wh = werkelijke hoeveelheid (bijv. het aantal verbruikte kg, uren of m2)
sh = standaardhoeveelheid (bijv. het aantal kg of arbeidsuren dat is toegestaan)
wh = werkelijke hoeveelheid (bijv. het aantal kg of arbeidsuren)
sp = standaardprijs (bijv. per kg, per uur of per m2)
Cb = begrote totale constante kosten
Cw = werkelijke totale constante kosten

Slide 21 - Diapositive

Prijsresultaat variabele kosten (sp-wp) x wh

SP = prijs per kilo/ uur/ ...bij standaard kostprijs 


Slide 22 - Diapositive

Efficiencyresultaat (sh -wh) x sp
SH = standaard hoeveelheid verbruik materiaal of aantal uren, herrekenen naar toegestaan verbruik bij werkelijke productie

Slide 23 - Diapositive

grondstoffen
standaardhoeveelheid?
standaardprijs?
werkelijke hoeveelheid?
werkelijke prijs?
3 kg x 18.000 stuks = 54.000kg
€ 8 per kg
55.000 kg
418.000 / 55.000 = € 7,60

Slide 24 - Diapositive

Bereken het prijsresultaat
op de grondstofkosten. Geef aan
of dit voor- of nadelig is.

Slide 25 - Question ouverte

Bereken het prijsresultaat
op de arbeidsuren. Geef aan
of dit voor- of nadelig is.

Slide 26 - Question ouverte

Bereken het efficiencyresultaat
op de grondstofkosten. Geef aan
of dit voor- of nadelig is.

Slide 27 - Question ouverte

Bereken het efficiencyresultaat
op de arbeidsuren. Geef aan
of dit voor- of nadelig is.

Slide 28 - Question ouverte

Budgetresultaat
1e manier
Budgetresultaat = toegestane kosten - werkelijke kosten

of

2e manier
Budgetresultaat = efficiencyresultaat + prijsresultaat + bezettingsresultaat


Slide 29 - Diapositive

nacalculatorisch resultaat
prijsresultaat constante kosten (Cb - Cw)
gerealiseerd bezettingsresultaat (W - N) x C/N
prijsresultaat variabele kosten (sp - wp) x wh
efficiencyresultaat (sh - wh) x sp
_________________________________________________ +
Gerealiseerde budgetresultaat

Gerealiseerde resultaat = gerealiseerde verkoopresultaat + gerealiseerde budgetresultaat
(verkoopprijs - standaardkostprijs) x afzet

Slide 30 - Diapositive

Leerdoelen: check?
Leerdoelen

Slide 31 - Diapositive

H6 Verschillenanalyse

Slide 32 - Diapositive

Welke smiley past er bij jouw beheersing van een van de leerdoelen van deze les?

Het budgetresultaat berekenen door gebruik te maken van de toegestane-en werkelijke kosten
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Wat is jouw waardering van de uitleg van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Welk gevoel houd je over aan deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

H6 Verschillenanalyse

Slide 36 - Diapositive