H5 voeding en energie les 2

5.2 voeding en energie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 voeding en energie

Slide 1 - Diapositive

Vitamine D is goed voor...
A
Je ogen
B
Stevige botten en tanden
C
Om hard te kunnen lopen
D
Je spieren

Slide 2 - Quiz

Scheurbuik is de benaming voor een ziekte ten gevolge van een langdurig .................. tekort zoals dat in vroeger eeuwen op zeilschepen op de grote vaart veel voorkwam. Symptomen van scheurbuik zijn onder meer zwellingen en bloedingen van het tandvlees, slapte, stijve en pijnlijke ledematen en inwendige bloedingen. Onbehandelde scheurbuik is op lange termijn dodelijk, maar de behandeling is eenvoudig: ................. innemen. Dit zit o.a. veel in citrusvruchten.

Welke stof moet er op de puntjes worden ingevuld?
A
Vitamine A
B
Vitamine C
C
Voedingsvezels
D
Koolhydraten

Slide 3 - Quiz

Glucose wordt omgezet in Glycogeen en opgeslagen in de lever, waar wordt glycogeen nog meer opgeslagen?
A
In spieren
B
In je hart
C
In je longen

Slide 4 - Quiz

                             Weet je het nog?
Welke van de 6 voedingsstoffen geven je energie?
geeft energie
geeft geen energie
vetten
koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 5 - Question de remorquage

wat is ATP
A
een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?
ATP ► ADP + P + energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Transport waarbij ATP nodig is, is
A
diffusie
B
osmose
C
passief transport
D
actief transport

Slide 8 - Quiz

In het menselijk lichaam komt bij verbranding energie vrij in de vorm van:
A
Licht en warmte
B
Licht en chemische energie (ATP)
C
Warmte en chemische energie (ATP)
D
Warmte en bewegingsenergie

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat eet je eigenlijk?
Bladeren
Stengels
Zaden

Slide 12 - Question de remorquage

assimilatie
Opbouw van stoffen uit kleinere stoffen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Assimilatie is...
A
opbouwen van eiwitten uit aminozuren
B
opbouwen van glycogeen uit glucose
C
opbouwen van vetten uit glycerol en 3 vetzuren
D
antwoorden A, B, en C zijn allemaal goed.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Aminozuren
essentiële aminozuren kan je niet maken, moet in je eten zitten
niet essentiële kan je wel maken, uit andere aminozuren

Slide 18 - Diapositive

Kan wel
Kan niet
gewone aminozuren maken van andere aminozuren
essentiële aminozuren maken van andere aminozuren
gewone aminozuren maken van essentiële aminozuren

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Wat is de gezondste vorm van vet?
A
Verzadigd vet
B
Enkelvoudig onverzadigd vet
C
Meervoudig onverzadigd vet
D
Transvet

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Eiwitten
Koolhydraten
Vetten

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Diapositive

Is fotosynthese een voorbeeld van assimilatie?
Is verbranding een voorbeeld van assimilatie?
A
Fotosynthese wel, verbranding niet
B
Verbranding wel, fotosynthese niet
C
Beide zijn voorbeelden van assimilatie
D
Beide zijn geen voorbeeld van assimilatie

Slide 25 - Quiz

Kan wel
Kan niet
gewone vetzuren maken van andere vetzuren
essentiële vetzuren maken van andere vetzuren
gewone vetzuren maken van glucose

Slide 26 - Question de remorquage

Wat wordt er vervoerd in de houtvaten van een plant?

Slide 27 - Question ouverte

Wat betekent assmilatie?

Slide 28 - Question ouverte