Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
7.1 De verlichting
Vandaag leer je:
- Welke ideeen er in de verlichting ontstonden
- Hoe deze ideeën werden toegepast op verschillende terreinen van de samenleving
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Slide 2 - Diapositive
Hoe leer je dat?
- 30 minuten : opdracht en uitwisselen
- 30 minuten : opdracht in groepjes
- 20 minuten : tijd voor huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hoe begon de verlichting?
In de 15 eeuw: ontdekkingen, reformatie n Renaissance
In de 16e eeuw: absolutisme en nieuwe manieren van besturen
In de 17e eeuw: de wetenschappelijke revolutie
Gevolg : er ontstaat optimisme over de toekomt : kennis en verstand (rationalisme) zouden de wereld beter maken.
Gevolg: In de 18e eeuw : revolutie in het denken: verlichting
Slide 5 - Diapositive
De verlichting in de samenleving
Godsdienst: alle religies zouden gelijke rechten moeten krijgen
Atheïsten: God bestaat niet
Deïsten: God bemoeit zich niet met ons
Sociale verhoudingen:
- sommige mensen willen en kunnen niet nadenken, dus zij hebben gezag nodig (Voltaire)
- iedereen zou gelijke rechten moeten hebben, iedereen kan nadenken (Rousseau)
Slide 6 - Diapositive
De verlichting in de politiek
Er is nu absolutisme, dat moet anders!
- burgers ipv God aan de macht, bescherming via mensenrechten.
- rechtstaat nodig, met wetten waarin rechten én plichten voor burgers én overheid
- volkssoevereiniteit
- trias politica
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Opdracht
Je krijgt een onderwerp toegewezen. Over dit onderwerp zoek je op:
- Welke verlichte ideeën hierover ontstonden
- Welke kritiek op de oude situatie de verlichte denkers hadden
- Hoe de verlichte denkers de samenleving wilden veranderen
Slide 9 - Diapositive
Trias Politica
Slide 10 - Diapositive
Maak nu: 1,2,4,5,6,7,8 van blz 72
Slide 11 - Diapositive
Let op het volgende
- Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord
- Leg historische begrippen ALTIJD uit in de antwoord
- Verwijs naar de bron met de zin 'want ik zie/lees in de bron dat'