3ECEa Customer Journey week 1.1: Intro & Omgeving

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1,4

3ECEa Marketing

Voorbereiding

• Registreer met je schoolaccount bij LessonUp
• Word lid van de groep 3ECEa
• Code: ujyyu

Invulling lesuren

• Start klassikaal → aan de slag → afsluiten klassikaal.
• Grotere onderwerpen: 1x hoorcollege + 1x werkcollege.
• Opdrachten Teams.
• Presentaties via LessonUp.
• Aantal (groeps)opdrachten over meerdere weken.
• Bewaar alles!
  
• Tijdsindeling is variabel, toetsen staan vast!

Les 1: Intro & Omgeving

• Invulling lesuren.
• Wat is Marketing?
  
• Marketingproces.
• Bedrijfsomgeving.

Wat verstaan jullie onder marketing?

Marketing is:

• Alle activiteiten (die verkoop bevorderen)
  
• Bedrijfsinkomsten verwerven (winst gericht)
  
• Op lange termijn (onderzoek)
  
• Inspelen op behoeften en wensen van je doelgroep(en)
  

Hoofdlijnen marketingbeleid

1. Marketingdoel - wat wil je bereiken?
2. Doelgroepen - wie zijn/worden jouw klanten?
3. Serviceconcept,positionering en propositie - hoe gaan wij onze klanten benaderen?
4. Onderzoek → SWOT analyse en confrontatie matrix - interne analyse van sterke, zwakke punten (beinvloedbaar) en externe analyse van kansen en bedreigingen (niet beinvloedbaar)
5. Marketing-/Retailmix - invulling 4/6 p's

Cyclus

Winkelformule

↓

Doelstelling(en)

↓

Marketingplan

↓

Retailmix (Plan per P)

↓

Activiteiten uitvoeren

Marktonderzoek

Marktbenadering

Begin: Structuur in de omgeving

Structuur aanbrengen in de omgeving:

- Macro-omgeving

- Meso-omgeving

Structuur aanbrengen in onze eigen activiteiten:

- Micro-omgeving

Structuur: type handel

Structuur: type bedrijf

Bedrijven in de detailhandel kun je indelen naar:

• Bedrijfsgrootte
  
• Soort bedrijf
  
• Branches
  
• Verkoopkanalen
  
• Plaats in bedrijfskolom
  

Structuur: bedrijfsgrootte

De grootte van een bedrijf wordt bepaald door:

• Aantal personeelsleden
  
• Jaaromzet
  
• Totaal van de bezittingen van een bedrijf
  

Beschrijvende termen
grootte bedrijf

Indeling bedrijven

Welke gevolgen komen voort uit de grootte van een bedrijf?

Structuur: Soort bedrijf

Een paar veel voorkomende samenwerkingsvormen:

Franchising:

• Vrijwillige vorm van samenwerking.
• Ondernemer maakt tegen betaling gebruik van winkelformule
  (+?).

Vrijwillig filiaalbedrijf:

• Winkelier(s) en groothandel werken vrijwillig samen.

Grootwinkelbedrijf:

• Grootwinkelbedrijf heeft inkooporganisatie die direct bij de fabrikant inkoopt.
• Vaak eigen distributiecentra.

Structuur:
Branches

Een groep bedrijven die
ongeveer dezelfde
producten of diensten
leveren.

Food ↔ Non-food

Als een branche een groep bedrijven met een groep gelijke producten is,
wat zou dan "branchevervaging" zijn?

Structuur: verkoopkanalen

Ook wel: distributiekanalen.

De manieren waarop winkels producten aan de klanten verkopen.

Verkoopkanalen

Winkels 

• Supermarkt
  
• Speciaalzaak
  
• Warenhuis
  
• Klein warenhuis
  
• Varietystore
  

Niet-winkels

• Webshop 
• Ambulante handel
  
• Colportage
  

Opdracht (in de les)

• 10/15 minuten, gebruik internet/boek/etc. indien nodig.
• In duo’s.
  
• Maak voor een bedrijf naar keuze.
  
• Zoek bedrijfsinformatie.
• Deel het bedrijf in naar grootte en branche.
  
• Omschrijf alle verkoopkanalen. 
• Benoem de belangrijkste doelgroep(en).
  

Les 1: Samenvatting

• Wat is Marketing?
  

Álle activiteiten, winst gericht, wensen/behoeften doelgroep(en)

• Structuren:
  

Grootte, branche, type bedrijf, verkoopkanalen, etc.

• Marketing-/Retailmix. 

Opdracht vóór de volgende keer:

Maak opdracht uit de les af. Verder geen theorie-opdrachten nog deze week.