Les 3&4: De Verlichting en Absolutisme

Overzicht lessen en vaardigheden
Geschiedenis Periode 3

         Les 1&2: Wetenschappelijke Revolutie
         Les 3&4: De Verlichting en Absolutisme
         Les 4&5: De verlichting en de Amerikaanse Revolutie
         Les 6&7: Franse Revolutie
         Les 7&8: Terugblik
         Havo: HS     Vwo: HS
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Overzicht lessen en vaardigheden
Geschiedenis Periode 3

         Les 1&2: Wetenschappelijke Revolutie
         Les 3&4: De Verlichting en Absolutisme
         Les 4&5: De verlichting en de Amerikaanse Revolutie
         Les 6&7: Franse Revolutie
         Les 7&8: Terugblik
         Havo: HS     Vwo: HS

Slide 1 - Diapositive

Absolutisme
  • = Het streven naar absolute macht van de vorst, absoluut op alle domeinen:

  1.  Politiek & militair
  2.  Economisch (Mercantilisme)
  3.  Religieus (één geloof)
  4.  Cultureel (hofcultuur)

  • Grootse voorbeeld is Lodewijk XIV van Frankrijk (de Zonnekoning).

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak opdracht 2 alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen:
 
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd
producten van de overvloed geweest.

Vraag:
Welk kenmerk van absolutisme zit in deze bron? Geef dit aan met een voorbeeld uit de bron


Slide 6 - Diapositive

Antwoord
- Kenmerk van het absolutisme is dat de koning de volledige macht heeft.
• Lodewijk XIV stond zelfs boven de grammatica regels /
Regels die voor iedereen gelden, gelden maar niet voor hem.

Slide 7 - Diapositive

De Verlichting


Slide 8 - Diapositive

Leerdoel

Aan het eind van deze presentatie kan en ken je:

  • Uitleggen wat de Verlichting is binnen de maatschappelijke context

Slide 9 - Diapositive

 Wat is de Verlichting?  

'Onmondigheid is het onvermogen om je van je eigen verstand te bedienen, zonder de leiding van een ander. {...} "Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen..." is dan ook het motto van de Verlichting.'


Immanuel Kant


Oftewel: "Durf te denken"


Slide 10 - Diapositive

Nieuwe ideeën over samenleven
  • Door nauwkeurig te observeren en te experimenteren hadden de wetenschappers veel nieuwe dingen ontdekt. 
  • Filosofen gaan deze techniek toepassen op de samenleving. 

  • Rationeel optimisme: 'het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio'


Slide 11 - Diapositive

Maatschappelijk Verschijnsel
De wetenschap werd een hobby van de adel en de gegoede burgerij (nog breder gedragen binnen de samenleving).



Renaissance > Wetenschappelijke Revolutie > Verlichting
 

Slide 12 - Diapositive

Rationeel naar de samenleving kijken
- Waarom heeft één iemand zoals een vorst zoveel macht? 

- Waarom bepaald de kerk eigenlijk hoe wij ons moeten gedragen? 

- Waarom is het zo dat als je als boer wordt geboren dat je zelf ook boer moet worden? 

- bestaan er natuurlijke rechten voor ieder mens?  

Naar de samenleving kijken met de vraag: wat is nu eigenlijk een natuur recht en wat is nu eigenlijk door mensen bedacht en in stand gehouden (Wat is dus alleen zo omdat het traditie is)?

Slide 13 - Diapositive

Verlichte filosofen
- Verlichting is een 'manier' van denken. niet zozeer een idee.

- veel verlichte filosofen over heel Europa die over verschillende onderwerpen nadachten. 



Montesqiue vroeg zich af waarom één iemand de macht had over iedereen. Trias politica
Voltaire vroeg zich af waarom de kerk zoveel macht had? bestaat god? 
Locke vroeg zich af waarom er standen bestonden in een maatschappij

Slide 14 - Diapositive

Zelf aan de slag
Antwoorden toets controleren/ nabespreken
en/ of verder met opdrachten uit het boek

Havo: 6.1 Blz 128
Vwo: 7.1 Blz 178

Slide 15 - Diapositive

Waarom was de wetenschappelijke revolutie een belangrijke aanleiding voor het ontstaan van verlichte filosofen?
timer
2:00

Slide 16 - Question ouverte

Twee politieke nieuwe ideeën
- Rousseau
- John Locke




Wat waren de ideeën van deze twee personen als het gaat om de politiek? Zoek dat voor alle drie de verlichte denkers uit. Volgende les bespreken we hun gedachtegoed.

Denk aan: De rol van de burger, koning en het historische begrip
Blz:   Havo:  130           Vwo: 202


Slide 17 - Diapositive