Periode 6 hoofdstuk 6: lesweek 3

• Waw
• MBO
• Studiejaar 2

WAW Periode 6 lesweek 3

Lesweek 3

Hoofdstuk 6 - didactiek en lesvoorbereiding 

Paragraaf 6.8 leermiddelen en materialen

Paragraaf 6.9 Evaluatie

Terugkoppeling lesweek 2

Heeft iedereen het DA-model ingevuld aan de hand van de casus? 

Klaar? Wissel uit met je buurvrouw en geef elkaar feedback langs de kantlijn (& verwerk de feedback in het rood). Daarna zullen we één DA-model klassikaal bespreken. 

Verschil leerdoel/lesdoel 

• Lesdoel = een doel die ze aan het eind van de les bereikt moeten hebben   (activerend, concreet en met werkwoorden).  
• Leerdoel is een doel over een langere periode. 

SMART-doelen worden voornamelijk gebruikt voor een eigen persoonlijk doel.

Lesopdracht 

1. Specifiek 

Zorg dat het doel zo specifiek mogelijk is.
Dat doe je aan de hand van de 5 W-vragen:

• Wat wil je bereiken?
• Wie (/wat) heb je nodig om dit te bereiken?
• Waar ga je dit doen?
• Wanneer ga je dit doen?
• Waarom wil je dit bereiken?

2. Meetbaar 

Daarnaast zijn heldere doelen meetbaar. Koppel dus een concrete hoeveelheid aan het doel, zoals een bepaalde omzet of een x-aantal nieuwe klanten.

3. Acceptabel 

Een acceptabel doel betekent dat het logisch is en past bij het team of bedrijf. Dit is met name belangrijk als je samenwerkt met een team: er moet draagvlak zijn voor het bereiken van de doelen. 

4. Realistisch 

Doelen moeten daarnaast haalbaar en realistisch zijn. Er moet dus genoeg tijd, kennis, geld en menskracht zijn om het doel te kunnen behalen.

5. Tijdgebonden 

Tot slot is het verstandig om (tussen)deadlines te stellen. Dat motiveert en maakt het doel uiteindelijk meetbaar. 

Lesopdracht 

De volgende SMART-les/leerdoelen gaan jullie uitwerken. Net als onderstaand voorbeeld; 

Lesopdracht 

Opdracht:

In het komende schooljaar wil ik de leesvaardigheid van mijn leerlingen verbeteren, zodat minimaal 80% van de klas aan het einde van het jaar één leesniveau hoger zit dan aan het begin van het schooljaar.

Lesopdracht

Specifiek:

Mijn doel is dat aan het einde van het schooljaar minimaal 80% van de leerlingen een leesniveau hoger zit.

Meetbaar:

Minimaal 80% van de leerlingen moet een leesniveau vooruitgegaan zijn, te meten aan de hand van de leesniveau-toetsen die we meerdere keren per jaar afnemen.

Lesopdracht

Acceptabel:

Met de juiste ondersteuning en focus op leesvaardigheid lijkt dit een haalbaar doel voor mijn leerlingen.

Realistisch:

Dit doel is realistisch met een gestructureerde aanpak en wekelijkse leesactiviteiten. Daarbij werk ik met aangepaste leesopdrachten en geef ik extra begeleiding aan leerlingen die het moeilijk vinden.

Lesopdracht

Tijdgebonden:

Ik begin direct met mijn aanpak en meet de voortgang tijdens de toetsen in het najaar, het voorjaar en aan het einde van het schooljaar.

Aan de slag!

De volgende 2 lesdoelen gaan jullie op dezelfde manier in stilte uitwerken. Daarna bespreken we de leerdoelen klassikaal. 

SMART-lesdoel 

• De leerling kan binnen 10 minuten een dictee schrijven met 20 woorden, waarbij minimaal 90% van de woorden correct gespeld is.

• De leerling kan in een rekenactiviteit van 30 minuten zelfstandig minstens 5 verschillende rekenstrategieën toepassen bij sommen over optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen van getallen tot 100.

SMART-lesdoel dictee 

SMART-lesdoel rekenen 

Leermiddelen voor lezen,
schrijven en rekenen

Leermiddelen en materialen

Leermiddelen voor lezen:

Letterdoos

Reuzenleesboek

Letterlijn

Wandplaten

Leermiddelen voor schrijven:

Richtingskaarten

Wandkaarten/individuele letterkaarten

Lettervormen

Schrijfschriftje

Driehoekige pennenstaafjes

Leermiddelen voor rekenen 

Leermiddelen voor rekenen:

• Cuisenairestaafjes
• MAB-materiaal
• Getallenlijn
• Rekenrek
• Honderdveld
• Abacus
• Kralensnoer

Ontwikkelingsmaterialen

In groep 1-2 wordt spelenderwijs geleerd. Daarbij kun je gebruikmaken van een breed aanbod aan spel- en ontwikkelingsmaterialen. 

Indeling ontwikkelingsmaterialen

Productieve en constructieve activiteiten: je maakt iets

 - Lego of houten blokken

Manipulatieve activiteiten: je ontdekt

 - Watermolentje in de waterbak

Vormgevende activiteiten: ideeën, fantasieën en ervaringen vastleggen

 - Kleien, verf, stiften

Probleemoplossende activiteiten: je lost problemen op

 - Puzzelen, vormendoosje

Evaluatie

Twee evaluatie vormen:

Productgerichte evaluatie: je kijkt alleen naar het resultaat

van het leerproces. Hoe ziet het eindresultaat eruit?

Procesgerichte evaluatie: Je kijkt naar hoe het proces

verlopen is. Niet alleen het juiste antwoord is belangrijk, maar vooral

de manier waarop de leerling het antwoord gevonden heeft.

De leeruitkomsten

We hebben nu alle lesstof behandeld voorbereidend op het examen. Waar sta je nu? Bij welk level ben je? Wat is er nodig om in het volgende level te komen? Bespreek in tweetallen. We bespreken het daarna klassikaal. 

De leeruitkomsten

We hebben nu alle lesstof behandeld voorbereidend op het examen. Waar sta je nu? Bij welk level ben je? Wat is er nodig om in het volgende level te komen? Bespreek in tweetallen. We bespreken het daarna klassikaal. 

Keuze eindopdracht 1

- Vul alleen een lesvoorbereidingsformulier in voor een les/activiteit naar keuze.

- Denk aan alle stappen die zijn toegelicht in de lessen (maak gebruik van je boek). 

LET OP: deze opdracht komt ook voor in je toets. Oefen nu dus goed door de lesstof terug te lezen in het boek, terug te pakken naar de presentaties, stel elkaar vragen etc. 

Als je wilt kun je het DA-model naar mij toe sturen, zodat ik jullie kan voorzien van feedback (ter voorbereiding van de toets). 

Keuze eindopdracht 2

Maak opdracht 6.07 + opdracht 6.18 en 6.11 op bladzijde 134 

Wat is jouw rol als onderwijsassistent bij de volgende didactische werkvormen? 

a. Interactievorm

b. Opdrachtvorm 

c. Samenwerkingsvorm 

d. Spelvorm 

Wat vond je het meest
leerzaam mbt thema
didactiek

Wat is nog onduidelijk
mbt thema
didactiek

Tips voor mij voor komende lessen: