Samengestelde zinnen H1 klas 2K4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands

Doel van de les:

Aan het eind van de les kan je voegwoorden herkennen en 

gebruiken.

Instructie

In teksten kunnen losse en samengestelde zinnen staan. Samengestelde zinnen bestaan uit twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn.

"Zij gaat weinig doen" en "het is warm".

Hoe maak je van deze twee zinnen, één goede zin?

Zij gaat weinig doen, omdat het warm is.

Zij gaat weinig doen, omdat het is warm.

Omdat het warm is, zij gaat weinig doen. 

Omdat het warm is, gaat zij weinig doen. 

Twee persoonsvormen

Iedere zin heeft een persoonsvorm. Wanneer je van twee kleine zinnen doormiddel van een komma of een voegwoord één zin maakt, zitten er dus twee persoonsvormen in die zin.

Kijk maar mee:

Twee persoonsvormen

Ik ben aan het koken. Ik kijk tv. 

Ik kijk tv, terwijl ik aan het koken ben. 

pv: kijk

pv: ben

Waar moet je op letten?

Hoe maak je samengestelde zinnen?

• Gebruik een voegwoord
• Controleer of de woordvolgorde  in de zin goed is.

Voegwoorden

Veel gebruikte voegwoorden zijn:

"en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus."

Een voegwoord staat vaak tussen twee zinnen, maar kan ook aan het begin van een zin staan. Kijk maar:

Mijn fietsband is lek. Ik loop naar huis. 

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 

Maak van de plaatjes een goedlopende zin 

Maak van de plaatjes 1 zin waarbij je let op de woordvolgorde. 

Gebruik 2, 3 of 4 plaatjes voor de zin. 

Waarom is een voegwoord. 

Er staan altijd 2 persoonsvormen in een zin.

Terwijl is een voegwoord.

De volgende zin is goed of fout?

"Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.

Waarom is een voegwoord.

Goed

fout

Er staan altijd 2 persoonsvormen in een zin.

goed

fout

Terwijl is een voegwoord.

goed

fout

De volgende zin is goed of fout?
"Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.

Goed

fout

Zelfstandig werken (ZW)

Jullie gaan naar Nieuw Nederlands online, Cursus 5, 

paragraaf 5 voegwoorden herkennen. 

Jullie maken opdracht 1 t/m 5