Taalverzorging H1: persoonsvorm, wwg, ond

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Taalverzorging H1

• Zinsontleding: persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp
• Samengestelde zinnen
• Werkwoordspelling: persoonsvorm tt en vt
  

Lesdoelen

Na vandaag:

• weet je (weer) wat een persoonsvorm (pv) is en hoe je een pv kunt vinden in een zin
• weet je (weer) wat een werkwoordelijk gezegde (wwg) is en hoe je een wwg kunt vinden in een zin
• weet je (weer) wat een onderwerp (ond) is en hoe je een ond kunt vinden in een zin
  
  
• (weet je wat samengestelde zinnen zijn en kun je deze herkennen)
  

Wat is in onderstaande zin de persoonsvorm:
Ik eet vandaag een lekker koekje.

1. Ik
2. eet
3. vandaag
4. een lekker koekje

Hoe heb jij bij de vorige vraag de persoonsvorm gevonden?

Wat is in onderstaande zin de persoonsvorm?

Morgen koop ik een cadeau voor mijn tante.

1. morgen
2. koop
3. ik
4. mijn tante

Het werkwoordelijk gezegde

Soms staat er maar een werkwoord in de zin (de persoonsvorm). Dit is dan het werkwoordelijk gezegde. Soms staan er ook meerdere werkwoorden in een zin. Alle werkwoorden uit een zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde. 

Morgen ga ik een mooi cadeau kopen voor mijn tante.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. ga
2. ik ga
3. ga kopen
4. ik ga kopen

Het onderwerp in een zin

Wie/wat + wwg? 

1. Morgen koop ik een mooi cadeau voor mijn tante. 

2. Vanmiddag geeft mijn docent een leuke les. 

Benoem van onderstaande zin de pv, het wwg en het ond. Schrijf ze onder elkaar (pv, wwg, ond)

In de herfstvakantie heb ik leuke dingen gedaan.

Benoem van onderstaande zin de pv, het wwg en het ond. Schrijf ze onder elkaar (pv, wwg, ond)

Dit schooljaar leer ik veel.