Les 3.1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma 

• Terugblik toetsweek
• Wat kun je deze deeltaak verwachten? 
  
• Doelen van deze les 
• Uitleg paragraaf 3.1
• Toelichting praktische opdracht
  
• 10 minuten in stilte aan het werk
  
• Aan het werk (keuze) 
• Bespreken vraag van de week
• Afronding van deze les 
  

Welke gedachte heb je overgehouden
aan de toets van economie?

1. Positief, ik ben tevreden.
2. Negatief, ik ga herkansen
3. Gemengde gevoelens. Ik ga wss herkansen.
4. Geen mening.

Wat kun je deze deeltaak verwachten?

Maken we de opdrachten van hoofdstuk 3. Je hebt in de toetsweek geen toets. 

Deze deeltaak heb je wel een praktische opdracht (arbeidsmarkt). Deze lever je uiterlijk vrijdag 22 januari 16:00 uur in via its learning. 

Doelen van deze les 

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een concrete en abstracte markt. 
• Je weet wat we bedoelen met betalingsbereidheid. 
• Je kunt de vraaglijn tekenen (in een grafiek) en de vraagfunctie (formule) opstellen. 
• Je weet welke factoren van invloed zijn op de vraag. 
  

Soorten markten

• Concrete markt 
  Is een markt zoals in de binnenstad met groenten, fruit, kaas en vis. 
• Abstracte markt 
  Is de markt van vraag- en aanbod. 
• Transparante markt 
  Een markt waarin je de prijzen goed met elkaar kunt vergelijken. 
  

Hoe werkt een abstracte markt?

Betalingsbereidheid

• Hoeveel iemand bereid is te betalen aan een bepaald product.
• Voorbeeld: Duinrell

Hoe bereken je de betalingsbereidheid?

P = €10 

-10+30= 20 Q 

20.000 stuks

Bij een prijs van €10 zijn
er 20.000 mensen 
bereid dit te betalen. 

Hoeveel stuks bij een
prijs van € 20?
( stuks *1000)

1. 600 stuks
2. 10 stuks
3. 6.000.000 stuks
4. 10.000 stuks

Hoe teken je een vraaglijn? 

Stap 1: Bereken de Qv bij een prijs van €0 

Stap 2: Bereken de prijs als de Qv 0 stuks is. (Tip: rechts delen door links)

Stap 3: Teken een assenstelsel met op de verticale as de prijzen in euro's en op de horizontale as het aantal producten. 

Stap 4: Teken de punten van stap 1 en 2 in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn. 

Je krijgt een formule: Qv = -0,3P + 60  

Qv = gevraagde hoeveelheid. P = prijs in euro's. 

Lever de foto in van jouw grafiek.

Redenen verschuiven vraaglijn

1. Hoogte inkomen van de vragers gaat veranderen.

2. De behoeften of voorkeuren van de vragers gaat veranderen.

3. De prijs van andere, maar vergelijkbare, goederen gaat veranderen. 

Wat gebeurt er bij hamsteren?

1. De vraaglijn verschuift naar rechts en er ontstaat een (zeer tijdelijk) vraagoverschot
2. De vraaglijn verschuift naar links en er ontstaat een (zeer tijdelijk) vraagoverschot
3. De vraaglijn verschuift naar links en er ontstaat een (zeer tijdelijk) aanbodoverschot
4. De vraaglijn verschuift naar rechts en er ontstaat een (zeer tijdelijk) aanbodoverschot

Waarom verandert de vraag naar Pepsi Cola?

1. Het inkomen stijgt.
2. Het aantal vragers stijgt.
3. Pepsi-Cola wordt goedkoper.
4. Coca-Cola wordt duurder.

Praktische opdracht 

Aan het werk 

De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Verplicht maken: 2, 3, 5 t/m 8, 10, 12 en 14. 

Keuzewerk

Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

• Huiswerk maken: 2, 3, 5 t/m 8, 10, 12 en 14. 
• Maken eigen samenvatting 
• Eigen keuze: in overleg met Tobias 
  

Teken deze week H1 en H2 af voor een herkansing!

Bespreken vraag van de week:
Welke vraag wil jij bespreken?

Afronding van deze les 

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een concrete en abstracte markt. 
• Je weet wat we bedoelen met betalingsbereidheid. 
• Je kunt de vraaglijn tekenen (in een grafiek) en de vraagfunctie (formule) opstellen. 
• Je weet welke factoren van invloed zijn op de vraag. 
  

Tot volgende week!