Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Das Wörterbuch benutzen - NL-DU
Das Wörterbuch benutzen
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Das Wörterbuch benutzen
Slide 1 - Diapositive
Het alfabet
Uit je hoofd kennen!!
Ook binnen een woord.
Bijvoorbeeld:
hoop
hoopvol
hopen
horen
Slide 2 - Diapositive
1/2 Zet in de goede alfabetische volgorde:
S W F U D X (zonder spaties)
Slide 3 - Question ouverte
2/2 Zet op volgorde:
vriendschap - vrij - vakantie - vriendelijk (spatie tussen elk woord)
Slide 4 - Question ouverte
De grammatica
Een goed woordenboek heeft vaak grammaticaregels
achterin staan.
Slide 5 - Diapositive
1/8 Zoek op : optreden.
Hoe weet je of je een zelfstandig naamwoord hebt gevonden of een werkwoord?
Slide 6 - Question ouverte
2/8 Zelfstandig naamwoord; achter de vertaling staat een o/m/v
Wat betekent dat?
Slide 7 - Question ouverte
3/8 Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?
A
zelfstandig naamwoord - meervoud
B
verkleinwoord
C
zelfstandig naamwoord - enkelvoud
D
vervoegd werkwoord
Slide 8 - Quiz
4/8 Hoe heet jij?
Welk woord uit deze zin vind je zo niet in het woordenboek?
A
hoe
B
heet
C
jij
Slide 9 - Quiz
5/8 Een bord hete soep?
Welk woord vind je zo niet in het woordenboek?
A
bord
B
hete
C
een
Slide 10 - Quiz
6/8 Je wilt vertalen:
Ik hoop dat je morgen weer komt.
Waar zoek je voor 'hoop'?
Slide 11 - Question ouverte
7/8 Je wilt vertalen:
Ik hoop dat je morgen weer komt.
Hoe vertaal je 'weer' ?
Slide 12 - Question ouverte
8/8 Er is hier geen bioscoop.
Hoe vertaal je: Er is / Er zijn?
A
Es ist
B
Es gibt
C
Er gibt
D
Est ist
Slide 13 - Quiz
Synoniemen (meerdere betekenissen)
Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.
Kies dan de vertaling die het beste in de context past.
Slide 14 - Diapositive
1/4 De trap heeft tien treden.
Vertaal 'de trap'
Slide 15 - Question ouverte
2/4 Vertaal: Hij werkt bij de bank
Slide 16 - Question ouverte
3/4 Vertaal:
In Duitsland zijn er veel sloten.
Slide 17 - Question ouverte
4/4 Vertaal:
Bier uit blik lust ik niet.
Slide 18 - Question ouverte
Woordenboekrace
Zoek de vertaling van het woord z.s.m. op en schrijf de eerste letter daarvan op in je schrift.
Slide 19 - Diapositive
1/12
Contant (geld)
Slide 20 - Diapositive
2/12
Hoek
Slide 21 - Diapositive
3/12
Statiegeld
Slide 22 - Diapositive
4/12
Eland
Slide 23 - Diapositive
5/12
Speech
Slide 24 - Diapositive
6/12
aanbellen
Slide 25 - Diapositive
7/12
fooi
Slide 26 - Diapositive
8/12
ekster
Slide 27 - Diapositive
9/12
kopje (thee)
Slide 28 - Diapositive
10/12
eiland
Slide 29 - Diapositive
11/12
rechten (studie)
Slide 30 - Diapositive
12/12
jungle
Slide 31 - Diapositive
Tot slot:
Slide 32 - Diapositive
Ik heb er vertrouwen in dat ik het woordenboek goed kan gebruiken
-1
100
Slide 33 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Das Wörterbuch benutzen - NL-DU
il y a 28 jours
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
MBO
Studiejaar 2
Das Wörterbuch benutzen - NL-DU
Juin 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
MBO
Studiejaar 2
7. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch
Juin 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
11. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Das Wörterbuch benutzen - DU-NL
Mars 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Duits
MBO
Studiejaar 2
Das Wörterbuch benutzen - DU-NL
Octobre 2021
- Leçon avec
45 diapositives
Duits
MBO
Studiejaar 2
12. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch
Juin 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
11. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch
Juin 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3