week 48: boektoets bespreken, uitleg leren woordenschat + woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Niks :)

Ga op je eigen plek zitten. 

Videobellen: Eliza, Aster en Nora

Sascha, Julia, Stijn, Alicia, Selin?

Belangrijk

• Huiswerk 

• Hoofdzaken navertellen
• Figuurlijk taalgebruik

• Boektoets bespreken

Vorige lessen

Hoofdzaken navertellen:

Vertel het onderwerp

Noem alleen de hoofdzaken

Vertel in een logische volgorde

Spreek rustig en goed verstaanbaar

Figuurlijk taalgebruik:

verschil met letterlijk + voorbeeld

Studiewijzer

Woordenschat

Taalverzorging

Na de lessen deze week...

• weet je hoe je moet leren voor de toets woordenschat.

• kun je werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

Je weet hoe je moet leren voor de toets woordenschat.

Doel

Leer voor de toets:

• Theorie/opdrachten H1 woordenschat
  
• Theorie/opdrachten H2 woordenschat
  
• Woordenlijst H1 woordenschat + moeilijke woorden (SOM/Teams)
• Woordenlijst H2 woordenschat + moeilijke woorden (SOM/Teams)

Quizlet: H1 woordenschat en H2 woordenschat

Toets woordenschat H1 H2

Na deze les...

• weet ik hoe ik moet leren voor de toets woordenschat.

Doel

Woordenschat

Taalverzorging

Na de lessen deze week...

• weet je hoe je moet leren voor de toets woordenschat.

• kun je werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

Je kunt werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

werkwoord (ww)

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (zn)

bijvoeglijk naamwoord (bn)

voorzetsel (vz)

zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt

verschillende vormen: ga, gaat, gaan

de, het, een

woord voor een mens, dier, plant of ding. Ook namen. buurman, kat, oktober, Julia

vertelt iets over een zelfstandig naamwoord

klein, mooie.

kort woord, geeft vaak tijd of plaats aan (kastwoord): op, na, tijdens, door

Woordsoorten

Wat? H2 taalverzorging, woordsoorten

• Startopdracht wel maken!

Hoe? 

• Online
• Met muziek
• Stil

Klaar? 

• H2 taalverzorging, samengestelde zinnen
• Leren voor de toets woordenschat

Aan het werk

Na deze les...

• kan ik werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

Je kunt aantekeningen maken bij een kort fragment.

Doel

Woordenschat

Taalverzorging

Na de lessen deze week...

• weet je hoe je moet leren voor de toets woordenschat.

• kun je werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden en voorzetsels benoemen.

Doel

Volgende lessen

In de les: H2 woordsoorten + woordenschat herhalen

Maandag: weektaak af

• H2 woordsoorten
• Leren voor de toets woordenschat H1 + H2!

Belangrijk

Donderdag 3 december: toets woordenschat H1 en H2 (2x) 

Maandag 14 december: toets H2 (2x)

1. Eén ding dat ik (dus jijzelf) goed heb gedaan.

2. Eén ding dat de klas goed heeft gedaan.

3. Eén ding dat de docent goed heeft gedaan.

Pak je spullen en leg je papiertje op de tafel bij de deur als je naar buiten loopt.

Afsluiting: schrijf op...