10. Marketing H1: bedrijfsformule (1.7) - 25.09.2020

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij

Marketing

Hoofdstuk 1

Agenda

• Feedme
• Huiswerkcheck
• Herhaling doelgroep en segmentatiecriteria B2C en B2B: huiswerk bespreken a.d.h.v. vragen in LessonUp. 
• Corebussiness
• Marktpositie / positionering
• Propositie en waardepropositie
• Marketingmix
• USP en UBR
  
  

Leerdoelen

beschrijven, herkennen en uitleggen van de begrippen: core business, propositie en unique selling point 

beschrijven, herkennen en uitleggen van het begrip positionering

Een doelgroep moet aan bepaalde eisen voldoen. Aan welke 5 eisen moet een doelgroep voldoen?

Welke eisen worden er gesteld aan een doelgroep?

1. Branche – regio –grootte
2. Omvang – meetbaar – duidelijk te onderscheiden - bereikbaar – bewerkbaar
3. Ongediffentieerd – geconcentreerd – gedifferentieerd
4. Specifiek - Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdgebonden

Beschrijf de vijf segmentatiecriteria die in B2C-markt gebruikt worden. Leg ze kort uit.

Beschrijf de zes segmentatiecriteria die in B2B-markt gebruikt worden. Leg ze kort uit.

Een kledingwinkel heeft als doelgroep mannen uit Amsterdam van 18 jaar en ouder. Welke twee segmentatiecriteria gebruikt deze winkel? Leg uit.

Een fabrikant van barbecues verkoopt hoogwaardige producten aan speciaalzaken. De speciaalzaken richten zich op het hoge segment: welgestelde gezinnen met een voorliefde voor het buitenleven. De speciaalzaken segmenteren de eindgebruiker op meerdere segmentatiecriteria. Schrijf één segmentatiecriterium op die speciaalzaken gebruiken. Leg uit.

Een tuincentrum wil barbecues extra onder de aandacht brengen. Het gaat om een luxe model barbecue met een prijs van €5.000,-. Het tuincentrum heeft als doelgroep mensen met een bruto-inkomen van €80.000,- per jaar. Daarnaast richt het zich op mensen die het hele jaar door barbecueën en in de zomer minimaal 2 keer per week. Welke twee segmentatiecriteria gebruikt het tuincentrum? Leg uit.

De markt van gezonde snacks groeit de laatste jaren. Een producent van levensmiddelen wil een nieuwe markt aanboren. De producent verkoopt gemakkelijke en caloriearme snacks voor de hongermomenten tussen de maaltijden door. De productvarianten bevatten weinig calorieën, vullen snel en makkelijk te bereiden.

Op welke twee segmentatiecriteria richt deze producent zich? Leg uit.

Een technische groothandel heeft als doelgroep gespecialiseerde bouwmarkten in Noord-Holland. Welke twee segmentatiecriteria gebruikt deze groothandel? Leg uit.

Een groothandel in kappersproducten wil een nieuw soort shampoo onder de aandacht brengen. De groothandel richt zich op de top 5 klanten in Brabant die de meeste omzet genereren. Welke twee segmentatiecriteria gebruikt deze groothandel? Leg uit.

Opdracht 

De klas wordt verdeeld in 4 expertgroepen. Elke groep maakt een poster en presenteert deze aan de klas. Je werkt 2 dingen uit voor jouw onderwerp:

• Het begrip/ de begrippen
• Een voorbeeld waaruit jouw begrip duidelijk wordt.

De onderwerpen voor de expertgroepen:

1. Marktpositie / positionering
2. Propositie / waardepropositie
3. Marketingmix
4. USP en UBR

Huiswerk

• <aak een samenvatting van de volgende begrippen uit H1.7:
• Corebussiness
• Marktpositie / positionering
• Propositie en waardepropositie
• Marketingmix
• USP en UBR

Leerdoelen behaald?