21/22 week 7 les 2 (klas 3)

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Carte mentale

infinitief
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
mesten
Het veld is gemest.
Het gemeste veld
huren
het huis is gehuurd.
het gehuurde huis
doden
het dier is gedood.
het gedode dier
redden
Het hert is gered.
Het geredde hert
lopen
De route is gelopen
De gelopen route
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Diapositive

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
(voorsnijden) .... groente

Slide 4 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
(bakken) .... brood

Slide 5 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Het haar is gekamd. Het ... haar.

Slide 6 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...
A
Zo lang mogelijk
B
Zo kort mogelijk

Slide 7 - Quiz

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel

Slide 8 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 9 - Quiz

TD als BN 
(tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
'het-woorden' krijgen vaak een TD als BN zonder -e. 
Hij vertoont afwijkend gedrag.

'De-woorden' krijgen vaak een TD als BN met -e.
De passerende auto gaat snel.

Slide 10 - Diapositive

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de tegenwoordige deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord:
huilen de ............................. kinderen

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de tegenwoordige deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord:
opvallen een ....................... tasje

Slide 13 - Question ouverte

Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje

Slide 14 - Question ouverte

Kun je een onvoltooid- en tegenwoordig deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Maak van het tegenwoordig deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(zingen) Een … nijlpaard
A
gezongen
B
zingende
C
zingend

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 4 blz. 165

Slide 17 - Diapositive

Module schrijven - betoog
Schrijfplan

  • standpunt
  • onderwerp inleiden
  • argument 1 voor
  • argument 2 voor
  • argument 3 tegen + weerlegging
  • conclusie
  • uitsmijter



timer
5:00

Slide 18 - Diapositive