Thema 5 - Grenzen aangeven - Les 2

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Thema 5 - Grenzen aangeven

Les 2

Wat vond je van het bezoek van de ervaringsdeskundige?

Kernkwadrant

Je gaat nu naar twee filmpjes kijken. 

Denk daarbij aan jouw kernkwadrant - grenzen aangeven.

Wat zou jij in deze situaties al heel goed kunnen, wat zou je hier nog kunnen leren?

Wat vind jij: wat je zou moeten doen in deze situatie? (Als je een omstander was)

Wat zou je doen in deze situatie? (Als je een omstander was)

Wat vind jij: wat je zou moeten doen in deze situatie? (Als je de vrouw was die lastig gevallen wordt)

Wat zou jij doen in deze situatie? (Als je de vrouw was die lastig gevallen wordt)

Zou jij dit een lastige situatie vinden? Zo ja, vertel wat het lastig maakt.

Zou jij dit een lastige situatie vinden? Zo nee, waarom niet?

Wat zou jij doen in deze situatie?

Vind je dat moeilijk? Zo ja, waarom?

Heb je nog goede tips?

Situaties

Er worden  nu een aantal situaties omschreven.

Geef aan of ze wel of niet over jouw grens gaan.

Je klasgenoot kijkt over je schouder mee op je telefoon.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Iemand komt naast je zitten in de bus, terwijl er nog plek genoeg is.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot die je niet goed kent, wil 2 euro van je lenen.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot die je niet goed kent, wil 50 euro van je lenen.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een goede vriendin, wil 50 euro van je lenen.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een goede vriendin, wil 2 euro van je lenen.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot maakt vervelende opmerkingen OVER een andere klasgenoot die er niet bij is.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot maakt vervelende opmerkingen TEGEN een andere klasgenoot.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Iemand laat je klasgenoot expres struikelen.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Opdracht

Om grenzen te kunnen aangeven moet je eerst goed weten wat jij zelf wil (dus bij jezelf blijven). 

Ook moet je goed voelen waar jouw grens ligt. Hiervoor gaan we een oefening in tweetallen doen.

(Thomas) Gordon-methode

1) Begin met ik vind het vervelend dat je... (gedrag van de ander)

2) Benoem waarom je dat vervelend vindt

3) Geef een suggestie, misschien kan je..

(Thomas) Gordon-methode

Bijvoorbeeld:

Ik vind het vervelend dat je zo negatief praat over "naam klasgenoot", want hij/zij is er zelf niet bij. Misschien kan je het gewoon tegen hem/haar zelf zeggen?

Voorbeeld rollenspel

Je staat een 4 voor geschiedenis. Je baalt er vreselijk van. En tot overmaat van ramp is de stof nu nog moeilijker. Vandaag heb jij je samen met jouw beste vriend/vriendin een keuzeuur geschiedenis. Hét moment om de docent om extra uitleg te vragen. Maar jouw vriend/vriendin heeft daar geen zin in. Hij wil het uur samen met jou skippen.

Opdracht: de mentoren spelen het rollenspel

Geef jouw grens aan!

Situatie 1

Wiskunde vind je heel lastig. Je hebt eindelijk superhard geleerd voor het wiskundeproefwerk van vandaag. Jouw beste vriendin heeft dat niet gedaan en vraagt voor de les of hij/zij bij jou mag afkijken. Maar, jij hebt daar helemaal geen zin in en daarnaast zit je er niet op te wachten om betrapt te worden.

Opdracht: geef jouw grens aan!!

Ieder speelt 1x "zichzelf" en 1x "de vriendin"

Bespreken situatie 1

• Hoe was het om jouw grens aan te geven? Was het moeilijk/makkelijk?
• Wat voel jij als je jouw grens aangeeft? 
• Wat voel je als de klasgenoot toch aandringt?
• Heb je tips?

Tips

1. Communiceer duidelijk: alleen 'nee' is genoeg.

2. Lichaamstaal: sta rechtop, schouders naar achter, borst naar voren. Kijk de ander aan.

3: verminder je beschikbaarheid ‘Nee, ik heb nu geen tijd. 

4: Wees vastberaden. Durf twee keer 'nee' te zeggen, want de ander durft het ook twee keer te vragen.

 

5: Vertrouw op je gevoel/intuïtie. Als iets niet goed voelt, dan mag jij jouw grens ook aangeven.

Situatie 2

Voor een biologieproject wordt in groepjes van twee gewerkt. De de taken moeten verdeeld worden. De klasgenoot met wie jij samenwerkt is erg populair en voert het hoogste wordt. Hij/zij wil jou de moeilijkste taken geven.

Opdracht: geef jouw grens aan!!!

Ieder speelt 1x "zichzelf" en 1x "de klasgenoot"

Situatie 3

Je hebt sinds 2 maanden een relatie en jouw vriend/vriendin wil jou nu meenemen naar een familiefeest. Maar, jij vindt dat veel te snel gaan en wil dat dus helemaal niet.

Opdracht: geef jouw grens aan!!!

Ieder speelt 1x "zichzelf" en 1x "de vriend/vriendin"

Situatie 4

Bij de bushalte blijft een vreemde man/vrouw maar tegen je praten en vragen aan jou stellen. Je hebt daar helemaal geen zin in. Jij voelt je daar niet prettig bij.

Opdracht: geef jouw grens aan! 

Tip: denk ook aan "verminderen beschikbaarheid"

Ieder speelt 1x "zichzelf" en 1x "de man/vrouw"

Heb jij nog tips om duidelijk grenzen te stellen?

Wat vond je van deze les?