V5: Chapitre 2, cours 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Bonjour !

• Prenez vos livres.
• Ouvrez votre livre à la page 53

Programme

• Objectif : Tu sais reconnaitre et utiliser le gérondif (grammaire A)
  
  
• Faire ex 9 + 10
• Discuter les devoirs (ex jusqu'a 8)

Le gérondif (p. 53)

Bestaat uit het woordje 'en' + het tegenwoordig deelwoord (participe présent), bij 'en parlant' 

Kan drie dingen aangeven:

1. Dat iets op hetzelfde moment gebeurde (terwijl)
2. Een voorwaarde (door)
3. De manier waarop je iets doet (door)

Je vertaalt het dus met 'terwijl' of 'door'

Par exemple

1. En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.

3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.

-> In welke zin is de gérondif gebruikt voor een gelijktijdigheid, welke een voorwaarde, en welke een manier? Ofwel: hoe vertaal je hier de gérondif?

Par exemple

1. En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront. Voorwaarde.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
Gelijktijdigheid

3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.
Manier

Hoe maak ik een gérondif?

Het tegenwoordig deelwoord (participe présent): 
1. Neem de nous-vorm van de présent (commençons);
2. Haal -ons eraf (commenç-);
3. Vervang -ons door -ant (commençant).
Bijvoorbeeld: prendre 1. prenons; 2. pren-; 3. prenant.

Zet hier het woordje 'en' voor, en je hebt de gérondif!

Belangrijke onregelmatige vormen

• Être - en étant
  
• Avoir - en ayant
  
• Savoir - en sachant
  
  
• Let ook op werkwoorden met een onregelmatige spelling! (Chapitre 1, Grammaire B)

Maak zelf de gérondif van: 

• Lire
• Manger
• Prendre
• Écrire

Antwoorden

• Lire - en lisant
• Manger - en mangeant
• Prendre - en prenant
• Écrire - en écrivant

En résumé:

• De gérondif gebruik je om gelijktijdigheid, een manier waarop of een voorwaarde te benoemen.
  
  
• Je maakt de gérondif door het woordje en te gebruiken, gevolgd door het tegenwoordig deelwoord:
  nous-vorm van de présent zonder -ons, met -ant erachter. 

Au travail !

Quoi? Faire exercices 9 & 10 (pp. 53-55)	Avec qui? Individuellement ou avec ton voisin.	Besoin d'aide? Pose tes question à ton voisin ou à la prof.
Temps?	Résultat? Tu auras pratiqué avec le gérondif.	Fini? Apprendre voca A gramm A