H.O.U.D.

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je
1. Uitleggen hoe je het H.O.U.D. principe toepast op open vragen

2. denkbeelden van het verlicht absolutisme correct categoriseren

3. aan de hand van zinsdelen gebeurtenissen in het juiste tijdvak plaatsen. 

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je
1. Uitleggen hoe je het H.O.U.D. principe toepast op open vragen

2. denkbeelden van het verlicht absolutisme correct categoriseren

3. aan de hand van zinsdelen gebeurtenissen in het juiste tijdvak plaatsen. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De grondwet van 1848 droeg bij aan het democratisch proces. Leg dit uit 
  1. H     De grondwet van 1848 droeg bij aan het democratische proces, 
  2. O     Omdat democratisering een proces is waarbij er steeds meer
             mensen betrokken raakten bij het bestuur 
  3. U     en in 1848 werd het Censuskiesrecht ingevoerd (waardoor mensen 
            die een bepaald percentage belasting betaalden mochten stemmen)
  4.     daarom mochten sinds '48 meer mensen stemmen (wat het 
            democratisch proces versterkte) 

Slide 3 - Diapositive

Octavia Hill (1838-1912) zette zich in voor hervormingen in Groot-Britannië. Een van haar projecten van het verhuren van nette huizen aan arme arbeiders gezinnen.
Twee gegevens over dit project:

1.           Octavia Hill hield toezicht op het naleven van christelijke
             waarden en normen door haar huurders.

2.          Octavia Hill wees grootschalige projecten van de overheid af die de                 
             huisvestiging van arbeiders moesten verbeteren.

Socialisten reageerden wisselend op het werk van Octavia Hill.
Geef aan:
- bij welk socialistisch streven dit project van Octavia Hill paste en
- voor beide gegevens apart, welke kritiek de socialisten hadden op de uitgangspunten van Hill. 

Slide 4 - Diapositive

Antwoordmodel
  • Het project van Hill paste bij het streven van de socialisten, omdat beiden streefden naar het verbeteringen van de leefomstandigheden van arbeiders
  • Socialisten hadden kritiek op Hill, omdat zij
  • bij 1: zij niet alle arbeiders hielp / voorwaarden aan de hulp stelde / het socialisme niet op godsdienst is gebaseerd
  • bij 2: zij grootschalige overheidsprojecten afwees, waardoor de rol van de overheid klein bleef / arbeiders langer moesten wachten op hulp. 

Slide 5 - Diapositive

 De Oostenrijkse keizerin Maria Theresia stelde in 1774 een wet in die
kinderen tussen zes en twaalf jaar verplichtte om naar school te gaan,
waar zij rooms-katholieke godsdienstles moesten krijgen en leerden
rekenen, lezen en schrijven. Oostenrijkers die zich verzetten tegen de
verplichte scholing werden gedreigd met arrestatie.
3p Geef aan dat dit beleid van Maria Theresia:
- verlicht en absoluut kan worden genoemd, en
- de eenheid in haar rijk moest versterken. 

Slide 6 - Diapositive

Antwoordmodel
  • De wet van Maria Theresa kan absoluut genoemd worden,
    omdat zij iedereen die zich verzette liet arresteren. 
  • De wet van Maria Theresa kan verlicht genoemd worden,
    omdat zij het onderwijs open stelde voor iedereen
  • De wet vergroot de eenheid in haar rijk, omdat
    ieder kind leert lezen en schrijven / kinderen het Rooms-Katholieke geloof zouden aannemen (en dus niet protestantse)

Slide 7 - Diapositive

Alle verlichte denkers waren atheïsten.
Waar 
Niet waar
Volgens de verlichting moest de onwetendheid licht brengen in de duisternis van de rede.
Verlichte denkers wilden alles met hun gevoel begrijpen.
De verlichting was een gevolg van de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw.
De verlichting ontstond in westerse landen.
Verlichte denkers vonden dat God niet meer moest ingrijpen in het leven.

Slide 8 - Question de remorquage

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive