examentraining bescherming

Examentraining
BI/V/1 Bescherming en antistoffen


bvj 4b th 7: (opslag, uitscheiding) en bescherming
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Examentraining
BI/V/1 Bescherming en antistoffen


bvj 4b th 7: (opslag, uitscheiding) en bescherming

Slide 1 - Diapositive

BI/V/1 Bescherming en antistoffen
20. De kandidaat kan de manier waarop het lichaam zich beschermt tegen antigenen door middel van antistoffen beschrijven en toelichten hoe deze bescherming kunstmatig kan worden verhoogd.
In dit verband kan de kandidaat

1 antigenen onderscheiden die de vorming van antistoffen tot gevolg hebben:
– virussen
– bacteriën
– schimmels
– lichaamsvreemde cellen en stoffen
– bloedgroepantigenen (ABO-systeem en resus)

2 de aanwezigheid van antistoffen in verband brengen met een besmetting van mens of (landbouwhuis)dier


3 antistoffen als diagnostisch middel toepassen bij een op schrift aangeboden biologische probleemstelling en hierbij relevante gegevens verwerken en presenteren:
– bloedgroepbepaling en bloedtransfusie (ABO-systeem en resus)
– verwantschapsstudies
– identificatie en karakterisering van onbekende antigenen

Slide 2 - Diapositive

delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven:–naam, ligging, bouw en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:-mondholte, neusholte en keelholte(met huig en strotklepje)-luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen-bronchiënx
delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven:–naam, ligging, bouw en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:-mondholte, neusholte en keelholte(met huig en strotklepje)-luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen-bronchiënx
BIOLOGIE VMBO| syllabus centraal examen 20212-versie, juni 2019BI/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheidingpagina 18van 27-longblaasjes–verschillen tussen borst-en buikademhaling–functie van hoesten–voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond–kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts7delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven:–naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:-mondholte, neusholte en keelholte(met huig en strotklepje)-luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen-bronchiën-longblaasjes–verschillen tussen borst-en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren–functie van hoesten–voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond–kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoortslongblaasjes–verschillen tussen borst-en buikademhaling–functie van hoesten–voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond–kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts7delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven:–naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:-mondholte, neusholte en keelholte(met huig en strotklepje)-luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen-bronchiën-longblaasjes–verschillen tussen borst-en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren–functie van hoesten–voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond–kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts

4 aangeven hoe de bescherming van het lichaam kunstmatig kan worden verhoogd:
– actieve en passieve immunisatie
– toepassing van vaccins en sera bij mensen en (landbouwhuis)dieren
– gebruik van antibiotica aangeven hoe de bescherming van het lichaam op natuurlijke wijze wordt verhoogd:
– besmetting met een ziekteverwekker
– moedermelk

5 binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg geven bij allergieën,
transplantaties en auto-immuunziekten

Slide 3 - Diapositive

Begrippenlijst/ samenvatting

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoe te leren
- Ken de begrippen, overhoor jezelf. 
- Lees en leer de samenvatting.
- Oefenen. D-toets, examenbundel, werkboek
- Verder bekijken van deze lessonup

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Je lichaam wordt beschermd tegen ziekten door:
A
Bloedcellen en antistoffen
B
Huid
C
Huid, bloedcellen en antistoffen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Antigenen of antistoffen?
...... zijn specifiek gericht op één bepaalde ziekteverwekker.
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat wordt er ingespoten als iemand wordt gevaccineerd?
10
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Antistoffen en antigenen
D
Antibiotica

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat is Corona?
A
Virus
B
Bacterie
C
Schimmel

Slide 16 - Quiz

Als je besmet bent met het coronavirus, maak je:
A
antigenen
B
antistoffen
C
antigenen en antistoffen

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 20 - Quiz

Aan welke bloedgroep kan O geven
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 21 - Quiz


Slide 22 - Diapositive

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 23 - Quiz

Welke bloedgroep kan aan alle bloedgroepen bloed doneren?
A
bloedgroep AB
B
bloedgroep A
C
bloedgroep B
D
bloedgroep 0

Slide 24 - Quiz

Rodney heeft een bloedtransfusie nodig. Zijn bloedgroep is bloedgroep A. Welke
bloedgroep mag het transfusiebloed hebben?

A
alleen bloedgroep A
B
bloedgroepen A en O
C
alleen bloedgroep O
D
bloedgroepen B en O

Slide 25 - Quiz

Resusfactor

Slide 26 - Diapositive

RESUSFACTOR (resusantigeen)
5e bloedgroep

85% heeft op de rodebloedcellen de resusfactor (Rh+)
=
resuspositief

Slide 27 - Diapositive

RESUSFACTOR (resusantigeen)
5e bloedgroep

Resusnegatief (Rh-) hebben dus geen resusfactor
=
zij kunnen antiresus maken
 (antistof tegen de resusfactor)

Slide 28 - Diapositive

Resusfactor bij zwangerschap
resuskindje!

Slide 29 - Diapositive

Bij welke bloedgroepen van de moeder moet je ingrijpen wanneer deze persoon zwanger wordt
A
A positief
B
B positief
C
A negatief
D
B negatief

Slide 30 - Quiz