Les 12 1HB1 Werkwoord

Zet alvast klaar:  LessonUP
Les 12:
               Lesdoel: ik weet wat een werkwoord is en hoe je deze herkent in een zin.   
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zet alvast klaar:  LessonUP
Les 12:
               Lesdoel: ik weet wat een werkwoord is en hoe je deze herkent in een zin.   

Slide 1 - Diapositive

  3
LU
Stap 2

Slide 2 - Diapositive

  3
LU
Stap 2

Slide 3 - Diapositive

  3
LU
Stap 2

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 2

Wat doen ze?
Dennis en Valerio zijn bezig om snel ijs te maken. Wat doen ze allemaal?


Wel
Niet
gooien
garde
vangen
mixen
roeren
lachen
melk
luisteren
proeven
praten
groen
ontwijken
lampen
eieren
het
breken

Slide 5 - Question de remorquage

Opdracht 3

Hoe doen ze het?
Zet de werkwoorden op de juiste plek in de volgende zinnen.


Dennis en Valerio                                           ijs.

Dennis                                  alle ingredienten en Valerio                       in een kom.

Vervolgens                                  Valerio goed.

Daarna                                 ze een rode brandblusser en een kussensloop.

roert
halen
pakt
doet
maken

Slide 6 - Question de remorquage

             Conclusie 

Het werkwoord (ww) geeft een actie / handeling / gebeurtenis aan.
Het zegt wat iets of iemand (het onderwerp) doet of overkomt.

Het ww kan alleen in een zin staan, maar ook samen met andere werkwoorden.

Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen.

Een werkwoord kun je vervoegen, je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van.
 Krijgen: krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen.

Slide 7 - Diapositive

Planning Les 12
Planning Les 12
Huiswerk
               Lesdoel: ik weet wat een werkwoord is en hoe je deze herkent in een zin.   

Slide 8 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord dat je ziet.

Slide 9 - Diapositive

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd wat een werkwoord is en hoe je deze kunt herkennen.

Vooruitblik
In een volgende les ga je aan de slag met de persoonsvorm.


Slide 10 - Diapositive