Branding en positionering (1-2)

Branding en positionering
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Branding en positionering

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over branding en de rol ervan bij het opbouwen van een merk?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is branding?


Branding wordt gebruikt om eigendom aan te geven en kwaliteit te vertegenwoordigen. 

Het omvat zowel visuele als niet-visuele identiteit van een merk.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Visuele identiteit
Visuele identiteit omvat zichtbare elementen zoals logo, huisstijl en advertenties die het merk vertegenwoordigen.


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-visuele identiteit
Niet-visuele identiteit bestaat uit de waarden, missie en visie van een bedrijf die niet direct zichtbaar zijn, maar het merk vormen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Merkwaarden
Merkwaarden vormen het DNA van een merk en bepalen hoe de doelgroep zich voelt bij het merk, wat resulteert in een merkimago.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het belang van branding
Branding komt terug in alle aspecten van een bedrijf, van advertenties tot social media en producten, en kan helpen bij het opbouwen van een vaste klantenkring.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Google
Google wordt geassocieerd met vriendelijkheid, eenvoud, stabiliteit en rust, wat hun imago compleet maakt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Consistente branding
Het consistent doorvoeren van branding helpt bij het opbouwen van een sterk merkimago en het creëren van een vaste klantenkring.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positionering en propositie
Positionering wordt gebruikt om de daadwerkelijke en gewenste status van een product of merk aan te geven. Hierdoor kan het bedrijf het product of merk duidelijk onderscheiden van de concurrentie.

De propositie trekt klanten over de streep om een product of dienst aan te schaffen. De propositie is het unieke punt van een product of merk dat klanten overhaalt om het aan te schaffen. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interne en externe positionering
Interne positionering is hoe het bedrijf graag wil dat de klant het bedrijf, product of de dienst ziet. 

Externe positionering is de daadwerkelijke, huidige positie van een merk ten opzichte van de concurrentie in het hoofd van de klant.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van positionering
Stel, je wilt een product kopen van een hoogwaardig, luxueus merk. Dit merk is zeker 30% duurder dan andere merken in dezelfde markt. Als je een product van dit merk koopt, krijg je echt iets bijzonders, zo is de positionering van dit merk.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van propositie
Tijdens het winkelen krijg je de aanbieding: 'Alleen vandaag 50% korting!' Dit trekt je over de streep en je gaat tot aanschaf over.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over Unique Selling Points?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn USP's?
USP's zijn kenmerken waardoor een product zich onderscheidt van andere producten of merken.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn USP's belangrijk?
USP's zijn belangrijk omdat ze de verkoop van producten stimuleren en helpen bij het positioneren van een product in de markt.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van USP's
Lage prijs, hoge kwaliteit, uniek design, duurzaamheid, speciale functies, enz.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen retailers USP's gebruiken in hun marketingactiviteiten?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

USP's in de praktijk
Bekijk samen advertenties of marketingmateriaal en identificeer de USP's die worden benadrukt.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een parfumerie richt zich volledig op klanttevredenheid. Ze willen zich hier echt mee onderscheiden van de concurrenten en focussen op het verlenen van TOP-service!
Waar is dit een voorbeeld van?
A
marktsegmentatie
B
niche-marketing
C
positionering

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan een retailer zijn propositie voor de webshop formuleren?
A
Door de unieke voordelen van de webshop te benadrukken.
B
Door veel verschillende lettertypes te gebruiken.
C
Door de algemene voorwaarden op de website te publiceren.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat maakt Aldi uniek in vergelijking met andere supermarkten? Wat is het USP van Aldi?
A
Beperkte productkeuze
B
Hoge prijzen voor premium producten
C
Exclusieve producten
D
Topkwaliteit tegen betaalbare prijzen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is positionering belangrijk voor een retailer?
A
Het verhoogt de kans dat de winkelformule aansluit bij de doelgroep.
B
Het beïnvloedt hoe het bedrijf gezien wil worden door het personeel.
C
Het maakt duidelijk waar de retailer zijn producten verkoopt.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over detailhandel en groothandel?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Detailhandel
Detailhandel verkoopt producten aan consumenten (B2C) en heeft commerciële en distributieve functies.
In Nederland worden detailhandel en retail vaak door elkaar gebruikt.
Retail omvat verkoop van producten en diensten aan consumenten, terwijl detailhandel alleen producten verkoopt.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groothandel 
Groothandel verkoopt producten aan bedrijven (B2B = Business-to-business) en verspreidt producten onder detailhandelsbedrijven.

Grossier = Een ander woord voor groothandel.

Voorbeelden zijn de Sligro en de Makro.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijfskolom

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke markt richt
de Bijenkorf zich hier?
A
C2C
B
C2B
C
B2C
D
B2B

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke markt richt
dit bedrijf zich?
A
B2C
B
C2C
C
C2B
D
B2B

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke markt richt Sligro
zich hier?
A
B2C
B
B2B
C
C2B
D
C2C

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 32 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 33 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 34 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.