Hoofdgedachte

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdgedachte

Nederlands

Leesvaardigheid

Op Niveau blok 1 (herhaling)

Theorie blok 1 p. 53-59 (herhaling)

• Manieren van lezen (oriënterend, globaal, intensief, kritisch)
• Onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
• Titel, ondertitel en tussenkopjes
• Alinea en kernzin
• Citeren en parafraseren (in eigen woorden)
• Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
• Feitelijke en waarderende uitspraken
• Intentie van de schrijver 

Je wil de hoofdzaken uit een tekst halen. Hoe lees je de tekst?

1. Oriënterend
2. Globaal
3. Intensief
4. Kritisch

Wat is een hoofdgedachte?

De hoofdgedachte formuleren

Je vindt de hoofdgedachte door eerst te bedenken wat het onderwerp van de tekst is. Het onderwerp formuleer je in één of enkele woorden (geen zin). Vervolgens zoek je op wat de belangrijkste boodschap van de schrijver over dat onderwerp is. De hoofdgedachte moet je in één zin kunnen opschrijven.

https:

Fase 1: voorspellen

Lees de tekst globaal, zodat je een eerste indruk van de tekst krijgt. Formuleer het onderwerp van de tekst.

Het onderwerp van de tekst is:

Wat weet je over meelwormen?

Fase 2: lezen

Lees nu de tekst intensief en formuleer de hoofdgedachte.

Fase 3: bespreken

Bespreek de hoofdgedachte die je hebt geformuleerd met je klasgenoten en probeer samen één goede zin te formuleren. Vul deze zin in bij de volgende slide.

De hoofdgedachte van de tekst is:

Ik weet hoe ik de hoofdgedachte van een tekst kan formuleren.

Ja

Nee

Ik moet nog wat vaker oefenen.

Extra oefenen?

Maak de oefeningen via de links.

https:

https: