Les 4 en 5; theorie herhalen, proeftoets H7 en H9 maken + bespreken

Nederlands
Je komt binnen, legt je spullen op tafel en gaat stil lezen in je leesboek
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Je komt binnen, legt je spullen op tafel en gaat stil lezen in je leesboek

Slide 1 - Diapositive

Herhaling theorie H7 & H9

Slide 2 - Diapositive

Voorzetsel benoemen
1 De vakantiefoto's hangen aan de muur in mijn slaapkamer.
  vz: 
 2 Bij Nederlands kan ik gelukkig naast mijn vriendin zitten.
  vz: 
  1. Verdeel de zin in zinsdelen
  2. Benoem de voorzetsels

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De werkwoordstijden herkennen
Om de tijd te bepalen in een zin, kijk je naar de persoonsvorm.

Een zin kan daarnaast in de voltooide tijd of in de onvoltooide tijdstaan. Een zin staat in de voltooide tijd als een vorm van de werkwoorden hebben of  als hulpwerkwoord in de zin voorkomt. Er staat dan ook altijd een voltooid deelwoord in de zin. Als een zin in de onvoltooide tijd staat, staat er geen hulpwerkwoord van de werkwoorden hebben of zijn in de zin.

Slide 7 - Diapositive

HWW en ZWW
Het belangrijkste werkwoord in de zin, die echt aangeeft wat de handeling, de toestand of het proces is, is het zelfstandige werkwoord. Het zelfstandige werkwoord kan, in tegenstelling tot het hulpwerkwoord, zelfstandig (dat wil zeggen zonder toevoeging van een ander werkwoord) in een zin voorkomen.

Ik wil de kaas graag pakken
Ik pak graag de kaas
--> korter kan je de zin niet maken, anders verander je duidelijk de strekking van de zin
--> wil = hulpwerkwoord
--> pakken = zelfstandig werkwoord



Slide 8 - Diapositive

Het lijdend voorwerp in een zin
benoemen

Slide 9 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp in een zin
benoemen

Slide 10 - Diapositive

De bijwoordelijke bepaling(en) in een
zin benoemen

Slide 11 - Diapositive

Stijlfiguren

Slide 12 - Diapositive

Samenstellingen spellen (blz.83)
Samenstellingen met een tussen-n
bv. Bloemenvaas
Samenstellingen zonder tussen-n
bv. Zonnebank
Samenstellingen met een tussen-s
bv. Reddingsboot

Slide 13 - Diapositive

De bezitsvorm toepassen (blz.84)
  • In plaats van de boormachine van mijn oom kun je ook zeggen mijn ooms boormachine. De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.
  • Eindigt het zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u of y die lang klinkt? Schrijf dan een apostrof voor de s: Mila's regels, Amy's roddels.
  • Eindigt het zelfstandig naamwoord op een sisklank? Schrijf dan alleen een apostrof: Morris' kaartspel, Patrice' gereedschap.

Slide 14 - Diapositive

Proeftoets H7 en H9 
Vraag 1 t/m 5
Klaar? Stillezen

Slide 15 - Diapositive

Proeftoets H7 en H9 

Vraag 6 t/m 13
Klaar? Stillezen

Slide 16 - Diapositive

Bespreken proeftoets H7 en H9

Slide 17 - Diapositive