H2 Vaste tekststructuren (2)

Opdracht 2
1 IKEA (een bedrijf dat meubelen en woonartikelen verkoopt)
2 eigen antwoord
3 verleden-heden(-toekomst)structuur – Dat zie je aan de tijdsaanduidingen: de tekst begint in het verleden: 1943 (al. 1), 1945 (al. 2), 1948 (al. 3) enzovoort en loopt door naar het heden en de toekomst: in de jaren tachtig (al. 5), Tien jaar later (al. 5), rond het millennium (al. 5) en Binnenkort (al. 6). Ook formuleringen als: de eerste winkel (al. 4), groeit maar door (al. 5), Ondertussen (al. 5) laten zien dat de tekst een ontwikkeling in de tijd beschrijft.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Opdracht 2
1 IKEA (een bedrijf dat meubelen en woonartikelen verkoopt)
2 eigen antwoord
3 verleden-heden(-toekomst)structuur – Dat zie je aan de tijdsaanduidingen: de tekst begint in het verleden: 1943 (al. 1), 1945 (al. 2), 1948 (al. 3) enzovoort en loopt door naar het heden en de toekomst: in de jaren tachtig (al. 5), Tien jaar later (al. 5), rond het millennium (al. 5) en Binnenkort (al. 6). Ook formuleringen als: de eerste winkel (al. 4), groeit maar door (al. 5), Ondertussen (al. 5) laten zien dat de tekst een ontwikkeling in de tijd beschrijft.

Slide 1 - Diapositive

4 a bolwerken (al. 2): klaarspelen; ervoor zorgen dat iets lukt
b assortiment (al. 3): alle artikelen die een winkel verkoopt
c het hoofd bieden (al. 3): bestrijden; zich verzetten tegen
d concept (al. 4): plan; idee
e innoveren (al. 5): vernieuwen
f tolereert (al. 5): toelaat; goedkeurt
g met het oog op (al. 6): met de gedachte aan
h normaliter (al. 6): gewoonlijk; meestal [NB: bij de uitspraak ligt de klemtoon op de tweede lettergreep: normáliter]
i gelimiteerde (al. 8): beperkte
j staat buiten kijf ((al. 8): is wel zeker

Slide 2 - Diapositive

5 De naam bestaat uit de voorletters van Ingvar Kamprad (IK), de boerderij waar hij is opgegroeid Elmtaryd (E) en het plaatsje waar de boerderij stond: Agunnaryd (A).
6 Een postorderbedrijfje is een bedrijfje dat bestelde artikelen (orders) via de post laat thuisbezorgen.
7 Vóór 1958 had IKEA geen winkels, vanaf 1958 wel: de eerste winkel wordt dan geopend in Älmhult.
8 tijdloze meubels, die nog altijd onderdeel zijn van het assortiment (en die iedereen kent)

Slide 3 - Diapositive

9 arbeidsvoorwaarden
10 De apostrofs geven aan dat het hier niet ‘echt’ om een collectie gaat die in een raket of een woning op de maan zou moeten passen. Het gaat meer om een collectie die in elke kleine ruimte past. Zie ook de laatste zin van alinea 6 en de eerste zin van alinea 8.
11 middel: een paar dagen opsluiting in het Mars Desert Research Station in Utah;
doel: het zo goed mogelijk ontwikkelen van een collectie meubels die ons in een beperkte omgeving waar weinig (mogelijk) is, toch het gevoel van ‘thuis’ geeft
12 eigen antwoord

Slide 4 - Diapositive

H2 Vaste tekststructuren (2)
Lesdoel: aan het einde van de les kan je verschillende vaste tekststructuren herkennen. 
En kan je de tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van deze eenheden benoemen. 

Slide 5 - Diapositive

Argumentatiestructuur
Doel van een argumentatiestructuur is iemand overtuigen van je mening. 

Inleiding: wordt de stelling/standpunt genoemd
Middenstuk: Argumenten voor de stelling
Eventueel tegenargument (+weerlegging)
Slot: herhaling van de stelling + samenvatting argumenten

Slide 6 - Diapositive

Aspectenstructuur

Inleiding: onderwerp 
Middenstuk: diverse aspecten (delen) van het onderwerp
Slot: samenvatting (maar niet altijd) 

Slide 7 - Diapositive

Voor- en nadelenstructuur

Inleiding: vraag of een stelling
Middenstuk: de voordelen en de nadelen van de vraag/stelling
Slot: afweging en conclusie


Slide 8 - Diapositive

Wat is een afweging?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een signaalwoord voor een conclusie?

Slide 10 - Question ouverte

Vraag-antwoordstructuur

Inleiding: Vraag
Middenstuk: antwoord(en)
Slot: samenvatting of een conclusie 

Slide 11 - Diapositive

Maken: 
opdracht 2

Slide 12 - Diapositive