13.4 Kou en Hitte (deel 1 en deel 2)

Deze les
  • Wat weten we nog?
  • Uitleg over 13.4 deel 1 / zelfstandig aan het werk
  • Opdrachten maken
  • Leerdoelencheck 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deze les
  • Wat weten we nog?
  • Uitleg over 13.4 deel 1 / zelfstandig aan het werk
  • Opdrachten maken
  • Leerdoelencheck 

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog?

Slide 2 - Diapositive

Twee bloedsomlopen zijn:
hart → ademhalingsorganen → hart → overige organen
hart → ademhalingsorganen → overige organen

Welke bloedsomloop noem je een dubbele bloedsomloop? En waarom?

Slide 3 - Question ouverte

Deze vaten liggen aan de binnenkant en vervoeren water en mineralen omhoog naar de bladeren.
Dit zijn de (...).
A
Bastvaten
B
Houtvaten
C
Vaatbundels
D
Huidmondjes

Slide 4 - Quiz

In welke onderdelen van een plant zal fotosynthese plaats vinden?
A
wortels
B
groene stengel
C
bladeren
D
witte kroonbladeren (bloem)

Slide 5 - Quiz

Een vis heeft een...
A
open bloedsomloop
B
gesloten enkelvoudige bloedsomloop
C
gesloten dubbele bloedsomloop

Slide 6 - Quiz

Welke reactie zie je hieronder?
Glucose + zuurstof --> energie + water + CO2
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Osmose
D
Diffusie

Slide 7 - Quiz

Warmbloedige dieren

Slide 8 - Carte mentale

13.4 Kou en hitte 
Aan het einde van deze les kun je:
  • de verschillende manieren uitleggen waarop dieren zijn aangepast aan de kou of warmte.
  • uitleggen waarom kleine dieren sneller afkoelen.
  • uitleggen welke lichaamsbouw geschikt is voor extreem warme of koude leefomstandigheden.

Slide 9 - Diapositive

Warm- en koudbloedige dieren
Lees het artikel op de volgende pagina.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Warmbloedige dieren
- aanpassingen in lichaamsbouw of gedrag waardoor ze niet te veel af koelen of opwarmen






Slide 12 - Diapositive

Aanpassingen aan kou
enkele voorbeelden:
Dieren overleven in koude gebieden door zich te isoleren.
Net als je een huis isoleert om de warmte binnen te houden.

Dit doen ze door een dikke vetlaag te hebben, of lucht in hun vacht of veren stil te zetten

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Winterrust
Nog een trucje om de winter door te komen is door in winterrust te gaan.
Dan doe je een paar dingen :

1.Je lichaamstemperatuur verlagen.
2. Je hartslag gaat veel minder snel
3. Je ademt veel langzamer 
> Minder energie verbruiken, af en toe wakker om te eten

Winterslaap:
reservevoorraad vet aanleggen 
hele winter doorslapen om de winter te overleven


Slide 15 - Diapositive

Aanpassingen aan warmte
enkele voorbeelden:
Om te overleven in een warm gebied moet je je warmte kwijt kunnen raken.

Dit doe je op verschillende manieren, maar je geeft de warmte graag af aan de lucht.
Door te zweten of door de lucht langs een deel van het lichaam te laten waaien met veel bloedvaten

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aanpassing aan warmte 
Aanpassing aan kou

Slide 18 - Diapositive

Hoe is dit dier goed aangepast aan de kou. Noem 2 dingen

Slide 19 - Question ouverte

Hoe is dit dier aangepast aan de warmte? noem 1 ding

Slide 20 - Question ouverte

Kleine dieren koelen sneller af
Dieren verliezen warmte via de huid (het lichaamsoppervlak)

De grootte van dit oppervlakte bepaalt de snelheid van afkoelen.

> Een groot dier heeft in verhouding tot zijn volume een klein oppervlak en koelt daardoor minder snel af.
> Een klein dier heeft in verhouding tot zijn volume een groot oppervlak en koelt daardoor sneller af.
 
Dus welk lichaamsverhouding is nou handiger in een koude en warme omgeving?

Slide 21 - Diapositive

Aanpassing aan warmte 
Aanpassing aan kou

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag... 
Maken 13.4 1 t/m 9 + nakijken

Slide 23 - Diapositive

Een kikker en een muis van dezelfde grootte worden vergeleken.
Leg uit welk van de twee dieren het meeste voedsel verbruikt.

Slide 24 - Question ouverte

De das is een dier die in de winter in winterrust gaat. Welk uitspraken over winterrust zijn waar?

A
De lichaamstemperatuur stijgt
B
De hartslagfrequentie daalt
C
De ademfrequentie daalt
D
Tijdens de winterrust stijgt het lichaamsgewicht

Slide 25 - Quiz

Welke eigenschappen verwacht je aan te treffen bij een woenstijnvos in tegenstelling tot een poolvos?
A
Kleine oren
B
Dikke vacht
C
Relatief groot lichaamsoppervlak t.o.v. de inhoud
D
Lange poten

Slide 26 - Quiz

11.4 Kou en hitte
- Je kunt het verschil tussen warmbloedig en koudbloedig uitleggen.
- Je kunt uitleggen wat het verschil in lichaamsoppervlakte heeft op de lichaamstemperatuur van dieren.
- Je kunt de aanpassingen van woestijnplanten benoemen waardoor ze kunnen overleven in de hitte en waterverlies voorkomen

Slide 27 - Diapositive

Koudbloedinge dieren
Koudbloedige dieren kunnen niet zelf hun temperatuur regelen en zijn zo warm als de temperatuur buiten.

Hierom moeten hagedissen ook in de zon opwarmen anders kunnen ze bijna niet bewegen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Hoe overleven planten in de warmte?
Lees de tekst uit je boek eerst goed door en bekijk dan het volgende filmpje (volgende slide). 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Aan de slag...
Maken 13.4 10 t/m 19 + nakijken

Slide 32 - Diapositive