révision ch2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling hoofdstuk 2

:D

Wat is 'Le poisson'?

1. De vis
2. De oom
3. De banaan
4. Het vliegtuig

Wat is 'la pizza'

1. Het brood
2. De pizza
3. vliegend visje
4. de croissant

Wat is 'le copain'?

1. De vriend
2. De vrienden
3. De vlieg
4. De vliegen

Wat is 'les croissants'

1. De croissant
2. Lego
3. De croisant
4. De croissants

Wat is 'les copains'

1. De vriend
2. De vrienden
3. De vlieg
4. De vliegen

Tijd voor wat zinnen! :D

Nederlands -> Frans

De vriend houdt van de croissants

Hou jij van de pizza?

Ik geef de pannenkoek

1. Je donne le crêpe
2. Je donne les crêpe
3. Je donnes le crêpe
4. Je donne le crêpes

00:45

Zet deze vraag in ontkenning: 'Je parle Anglais

Wat is 'Je donne mon croissant' in ontkenning?

1. Je ne donne pas mon croissant
2. Je n' donne pas mon croissant
3. Je ne parle pas mon croissant.
4. Je ne pas donne mon croissant

Zet deze zin in ontkenning: 'Je suis un chien.'

1. Je ne suis un chien
2. Je ne suis pas un copain.
3. Je ne suis pas un chien.
4. Je ne suis pas une chien

Werkwoorden op -er

Uitgangen zijn:

ik = e

jij = es

hij/zij = e

wij = ons

jullie/u = ez

zij (m mv/v mv) = ent. Onthoud dat!

Ik geef

Ik zou graag willen

Ik heb liever

Je donne

Je voundrais

Je préfère

Wat is 'ik zou graag willen' in het Frans?

Wat is 'Ik heb liever' in het Frans?

1. Je préfre
2. Je préfère
3. Je suis
4. j'aime

Onregelmatige werkwoorden:

Woorden zoals avoir en être zijn onregelmatige werkwoorden.

Bijvoorbeeld, avoir bij ik is: 'J'ai'.

Dat zijn onregelmatige werkwoorden

Ik ben in het Frans is: ...?

1. Je ai
2. Je donne
3. Je suis
4. J'ai

'Hij is' in het Frans

1. Je sus
2. tu est
3. il est
4. je ne parle pas français :(

Nous ...?

1. sommes
2. sommons

Vous ...?

1. sommes
2. êtes
3. est
4. ???

Ik heb is ...?

1. J'ai
2. J ai
3. Je ai
4. Je suis

Nous ...?

1. avoir
2. avons
3. avez
4. a...?

Tu ...?

1. Tu a
2. tu aa
3. tu as
4. tu aaa

Vous ...?

1. avons
2. avez