3V herhaalweek H2 (chemische reacties)

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Chemische reacties

Wat weet je van 

hoofdstuk 2

Waar sta jij nu?

Van welk type zijn de chemische processen die hiernaast op microniveau zijn weergegeven?

1. mengen
2. scheiden
3. fase-verandering
4. chemische reactie

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.

1

Smelten

Stollen

Condenseren

Sublimeren

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Het molecuulmodel kent
4 uitgangspunten. Geef deze 4 uitgangspunten.

Gas

Vaste stof

Vloeistof

De moleculen zijn regelmatig gerangschikt en trillen op een vaste plaats

De moleculen bewegen dicht langs elkaar

De moleculen bewegen ver uit elkaar en trillen heel veel

Wat is hier op microniveau uitgebeeld?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Macroniveau

Microniveau

geur

atoom

dichtheid

rook

deeltjes

molecuul

smeltpunt

afstand tussen moleculen

Geef de namen van de 3 ontledingsreacties + met behulp waarvan de reactie plaatsvindt.
Geef je antwoord als: ............. met behulp van ..............

Exotherme reactie

Endotherme reactie

Het verbranden van hout

Het smelten 

van ijs

Het bakken van een ei

Fotosynthese in een plant

Sleep de juiste reactievergelijking naar de juiste soort reactie

Verbranding

Synthese

Oxidatie

Ontleding

Glucose en zuurstof ontstaat uit koolsrtofdioxide en water 

butaan reageert met zuurstof. Er ontstaat koolstofdioxide en water

Uit water ontstaat waterstof en zuurstof

koper en zuurstof wordt  koperoxide

Wat is GEEN chemische reactie?

1. Verbranden van papier
2. Glas maken uit zand en soda
3. Het roesten van je fiets
4. Koffiebonen malen

Geef het algemene reactieschema voor alle verbrandingsreacties.

Geef het reactieschema van deze ontleding van zilverchloride.

Wat is een voorbeeld van de wet van massabehoud?
Bij de volledige verbranding van methaan...

1. Heb je voor 1 gram methaan altijd 2 gram zuurstof nodig
2. Ontstaat uit ieder molecuul methaan een molecuul koolstofdioxide
3. Is de massa van het methaan en zuurstof altijd gelijk aan de massa van het koolstofdioxide en water
4. Blijft zuurstof over als de massa van de zuurstof meer dan 2 keer die van methaan is.

Frituurvet en methanol reageren in een massaverhouding van 8,8 : 1,0
A: Bereken hoeveel kg methanol er nodig is voor de omzetting van 200 kg frituurvet?
B: Wat wordt de totale massa van de reactieproducten bij de omzetting van 200kg frituurvet?

1. De pijl in een blokschema geeft de ___________ aan.

2. In de ___________ staat wat er met het product gebeurt.

3. De ___________ schrijf je op als een werkwoord.

4. Je leest een blokschema van ___________ naar ___________ .

5. Aan de richting van de ___________ zie je of een stof wordt toegevoegd of afgevoerd. 

bewerking

links

stofstroom

blokken

onder

fasen

rechts

pijl

stoffen

Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 1?

1. Filtratie
2. Extractie
3. Destilleren
4. Adsorptie

Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 2?

1. Filtratie
2. Extractie
3. Destilleren
4. Adsorptie

Bij de ontleding van glucose ontstaat ethanol en koolstofdioxide in de
massaverhouding 1,05 : 1,00. De dichtheid van ethanol is 0,8 g/cm3

Berekenen hoeveel liter ethanol kan ontstaat uit 1000 gram glucose.