Les 2 Etikettering

Centraal
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Centraal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • De student weet wanneer etiketten gebruikt moeten worden.
  • De student weet wat er wettelijk op een etiket vermeld moet worden.
  • De student kan aangeven wat allergenen zijn, en er 14 benoemen.
  • De student kan het belang van etikettering benoemen.

Centraal

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centraal

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centraal

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centraal

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel openen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanuit het Akkoord Verbetering Productsamenstelling zijn de afgelopen jaren afspraken gemaakt over het maximumgehalte van een stof in voedingsmiddelen.

Welke grondstof is voor de bakkerij vooral van belang?
A
Verzadigd vetten
B
Suikers (koolhydraten)
C
Zout

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

NEVO-online wordt uitgegeven door het RIVM.

Welke gegevens kun je vinden op NEVO?
A
Voedingswaarden van producten
B
Energetische waarden van producten
C
Verbrandingswaarden van producten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een "claim
A
Een voedingsclaim zegt iets negatiefs over de samenstelling van een product.
B
Een claim is een bewering over de eigenschap van een voedingsmiddel.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke producten is etikettering verplicht?
A
Op onverpakte producten
B
Op verse producten
C
Op verpakte producten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de verplichte volgorde van ingrediënten (grondstoffen)op een etiket?
A
De hoofdgrondstoffen boven in de lijst
B
De droge grondstoffen boven in de lijst
C
De zwaarste grondstof boven in de lijst

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er suikers zijn toegevoegd welke niet blijken uit de naam, moet de fabrikant dit wel/niet vermelden in de ingrediëntenlijst.
A
wel
B
niet

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent "RI"
A
Je dagelijkse bijdrage van voedingsstoffen in 1 portie
B
Je dagelijkse bijdrage van voedingswaarde in 1 portie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cholestorol verlaging
A
is een "voedingsclaim".
B
is een "gezondheidsclaim".

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vermelding '---' staat op zeer bederfelijke voedingsmiddelen, zoals verse vis, gehakt, vlees, etc.
A
TGT
B
THT

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welk logo op een etiket kun je zien of het voedsel duurzaam is geproduceerd?
A
OKE
B
KOE
C
OEK
D
EKO

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden de stoffen genoemd die een overgevoeligheidsreacties kunnen veroorzaken?
A
Allergaren
B
Voedselintoleranten
C
Allergenen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn sulfieten?
A
Verdikkingsmiddelen
B
Bindmiddelen
C
Anti oxideermiddelen
D
Conserveringsmiddelen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 25 - Diapositive

Er kan staan ingevroren op. Als het ontdooid verkocht wordt staat dit op het etiket. 
E-nummers voor verpakkingsgassen zijn E938 - E949
Doorstraalde producten gebeurd vaak bij specerijen en garnalen. insecten en ziekmakende bacterien gaan dood. 
Meer dan 5% water --> het moet op het etiket staan. 
Vlees (gehakt) kan bevroren verkocht worden, maar soms wordt het later ontdooid en vervolgens aan de bakker worden verkocht.

Welke term staat er dan op het etiket?
A
Ontdooid
B
Gekoeld tot 5 graden
C
Bevroren waar
D
Bevroren geweest

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms worden producten afgesloten bewaard in plastic met een gasmengsel.

Welk gas wordt dan verwijderd?
A
Stikstof
B
Koolzuurgas
C
Zuurstof
D
Alle drie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Soms staat op het etiket van een grondstof dat het is bestraald.

Bij welke grondstoffen is dat?
Meerdere antwoorden!
A
Krenten
B
Kruiden
C
Garnalen
D
Rozijnen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke hoeveelheid toegevoegd water moet het vermeld worden op het etiket?

Bij meer dan:
A
5%
B
4%
C
3%
D
2%

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden stoffen genoemd die niet gemaakt zijn van natuurlijke grondstoffen?
A
Artificiële grondstoffen
B
Synthetische grondstoffen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In tarwebloem is vaak vitamine C toegevoegd.
Welk E-nummer heeft vitamine C?
A
E300
B
E330

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centraal

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centraal

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individueel

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions