Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
weerstanden
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we vandaag doen
terugblik
waarvoor gebruik je weerstanden
wat is de weerstand in een schakeling
Slide 2 - Diapositive
Welke grootheid heeft als eenheid ohm?
Slide 3 - Question ouverte
met welke wet wordt het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand weergegeven?
Slide 4 - Question ouverte
schrijf de wet van ohm in symbolen
Slide 5 - Question ouverte
een waterkoker heeft een weerstand van 40 ohm en is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte van de waterkoker?
Slide 6 - Question ouverte
De weerstand van het koper in een draad is groot/klein
A
groot
B
klein
Slide 7 - Quiz
Het kunststof er om heen heeft een grote / kleine weerstand.
A
grote
B
kleine
Slide 8 - Quiz
serie
parallel
Slide 9 - Question de remorquage
Wat geeft de voltmeter in deze schakeling aan?
Slide 10 - Question ouverte
De ampèremeter geeft 0,7 A aan. Wat is de stroomsterkte door een van de lampjes?
Slide 11 - Question ouverte
wat is de spanning over elk lampje en de stroomsterkte?
Slide 12 - Question ouverte
waarvoor gebruik je weerstanden
de grootte van de weerstand R bepaalt hoe sterk de elektronen worden gehinderd om door de weerstand te stromen.
je gebruikt weerstanden om de spanning te verdelen en zo de stroomsterkte door het apparaat te regelen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
wat is de weerstand in een serieschakeling?
serieschakeling meerdere apparaten achter elkaar
stroom gaat door elk apparaat
de totale weerstand is de som van alle weerstanden
Rtot=R1+R2+R3+....
Slide 17 - Diapositive
In een serieschakeling van een lichtslang zitten 50 lampjes, die elk een weerstand hebben van 15 ohm. Bereken de totale weerstand?
Slide 18 - Question ouverte
Over het eerste en het tweede lampje staat allebei 6 ohm. door het derde lampje gaat 0,5 A en de spanning over het lampje is 6V. De weerstand van het derde lampje is....
Slide 19 - Question ouverte
Over het eerste en het tweede lampje staat allebei 6 ohm. door het derde lampje gaat 0,5 A en de spanning over het lampje is 6V. De stroom door de eerste 2 lampjes is ....
Slide 20 - Question ouverte
Over het eerste en het tweede lampje staat allebei 6 ohm. door het derde lampje gaat 0,5 A en de spanning over het lampje is 6V. de weerstand van de drie lampjes samen is.
Slide 21 - Question ouverte
Over het eerste en het tweede lampje staat allebei 6 ohm. door het derde lampje gaat 0,5 A en de spanning over het lampje is 6V. de spanning van de batterij is....
Slide 22 - Question ouverte
wat weet je nu!!!
je weet wat weerstanden zijn
je weet waarom je weerstanden kan gebruiken
je weet hoe je met weerstanden kan rekenen
je weet hoe je kan rekenen met weerstanden in serie