Woordenschat Thema 4 les 11 a+b

Woordenschat Thema 4 les 11a+b

Doel: Herhalen van de themawoorden.

Wat is de betekenis van
De afname

1. Minder of kleiner worden
2. Slanker worden
3. Minder salaris krijgen
4. Iets weghalen

Iets is zo boeiend dat je er de hele tijd naar blijft kijken

1. Je ogen vallen uit je hoofd.
2. Ergens je ogen niet van af kunnen houden.
3. Je ogen zijn zo mooi.
4. Ergens je oog op laten vallen.

Wat betekent intens?

Verliefd

Wat is het tegenovergestelde van de afname?

Wat betekent het sjabloon?

1. Een programma op de computer om spelling mee te oefenen.
2. Een bord om van te eten
3. Iets wat mensen zingen tijdens carnaval.
4. Een vorm of tekening die bedoeld is om vaker te gebruiken.

Wat betekent verschaffen?

1. Ervoor zorgen dat iemand iets krijgt.
2. Iets kopen
3. Eten tijdens de lunchpauze
4. Iets goed kunnen

Wat betekent:
Eregens in verzeils raken.

Iemand versieren

Wat betekent inclusief?

1. Wat er niet bij hoort.
2. Het is gratis.
3. Het niet zeker weten.
4. Wat erbij hoort.

Wat is verlangen naar iets?

1. Ergens niets om geven.
2. Het kost veel moeite.
3. Smachten naar.
4. Meer, of groter worden.

Tot de volgende keer!