Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is evolutie?
Slide 2 - Question ouverte
Vragen
Hoe ontstaan soorten?
Hoe sterven soorten uit?
Hoe geven sommige genen een voordeel?
Hoe kan het dat er nog ziektes zijn?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
27 December 1831 begon de reis van Darwin op de Beagle...
Slide 5 - Diapositive
En hij ontdekte...
Dat op elk eiland in de Galápagos verschillende vinken voorkwamen.
Duidelijk verwant, maar allemaal met snavels die paste bij hun voer en hun omgeving. Hij was net een boek aan het lezen van de econoom Thomas Malthus, en hij kreeg een idee!
Slide 6 - Diapositive
On the Origin of Species Darwin stelde dat:
1. Er elke generatie meer individuen geboren worden dan kunnen overleven. Er is dus competitie.
2. Er is natuurlijke variatie tussen individuen van dezelfde soort.
3. Individuen die dankzij deze variatie beter aangepast zijn aan hun omgeving overleven. Deze individuen zullen hun aanpassingen doorgeven aan de volgende generatie. ("Survival of the fittest")
4. Als er scheiding optreed dan zullen nieuwe soorten ontstaan (want andere aanpassingen).
Slide 7 - Diapositive
De theorie van Darwin over de vinken ging over de verschillende snavelgrootte's van de vinken op verschillende eilanden. De snavels leken perfect geschikt voor het voedsel wat de vinken aten. Hoe zijn die verschillende snavels voor het eerst ontstaan?
A
De verschillen zijn ontstaan omdat de vinken verschillende soorten eten moesten eten om te overleven.
B
De veranderingen in de snavels van de vinken hebben plaatsgevonden omdat het milieu de nodige genetische veranderingen veroorzaakt heeft bij de vinken om te overleven.
C
De veranderingen in de snavels zijn toevallig gebeurd, en als er een goede match was tussen de snavel en het aanwezige voedsel kregen de desbetreffende vinken meer nageslacht.
D
De snavels van de vinken is met elke generatie een beetje verandert, waarbij sommige elke generatie kleiner werden en
andere elke generatie groter werden.
Slide 8 - Quiz
Er wordt gesproken over Evolutie door natuurlijke selectie, en hierbij wordt vaak 'survival of the fittest' genoemd. Wat betekent dat woord 'fittest' in evolutie precies? Je ziet hier een aantal hagedissen uit een populatie. Welke van deze zou 'the fittest' zijn?
A
Lizard A
B
Lizard B
C
Lizard C
D
Lizard D
Slide 9 - Quiz
Hoe zal een vinken populatie over het verloop van jaren veranderen?
A
De kenmerken van elke vink in de populatie worden anders.
B
De proporties van vinken met verschillende kenmerken gaat variëren binnen de populatie.
C
Succesvol gedrag wat de vinken aanleren geven ze door aan hun nageslacht.
D
Er vinden mutaties plaats om de vinken aan te passen aan hun omgeving.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoe ordenen we al dat leven?
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Hoe noem je de groep gibbons?
A
Familie
B
Geslacht
C
Klasse
D
Orde
Slide 24 - Quiz
De bonobo en de orang-oetan behoren tot dezelfde...
A
Soort
B
Geslacht
C
Orde
D
Familie
Slide 25 - Quiz
Het DNA van de mens 1,4% verschilt van dat van de chimpansee, 1,8% van dat van de gorilla en 3,4% van dat van de orang-oetan. Welke van de mensapen is het meest verwant aan de mens.