H1 les 1 - Levenskenmerken

Levenskenmerken
eerst herhalen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Levenskenmerken
eerst herhalen

Slide 1 - Diapositive

Levenskenmerken

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

LEVENSKENMERKEN

Slide 4 - Diapositive

Dood, levend en levenloos
Levend = een organisme, heeft levenskenmerken.

Dood = een organisme wat geen levenskenmerken meer heeft.

Levenloos = iets wat nooit levenskenmerken heeft gehad.

Slide 5 - Diapositive

biotische en a-biotische factoren
(nieuwe lesstof)

Slide 6 - Diapositive

a-Biotische factor
Een invloed die door levenloze dingen worden veroorzaakt
(temperatuur, lucht, water, licht enz.)
is een abiotische factor.
a-Biotische & Biotische factoren

Slide 7 - Diapositive

Biotische factor
Elk levend wezen dat een invloed uitoefent op zijn omgeving is een biotische factor.
A-Biotische & Biotische factoren

Slide 8 - Diapositive

levende factoren
levenloze factoren

Slide 9 - Diapositive

Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 10 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.

Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 11 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.
Heeft meerdere levenskenmerken

Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 12 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.
Heeft meerdere levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer

Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 13 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.
Heeft meerdere levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer
Heeft nooit levenskenmerken

Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 14 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.
Heeft meerdere levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer
Heeft nooit levenskenmerken
Invloed van levende wezens
Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 15 - Diapositive

De verschijnselen waaraan je ziet dat iets of iemand nog leeft.
Heeft meerdere levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer
Heeft nooit levenskenmerken
Invloed van levende wezens
Invloed van levenloze natuur
Levenskenmerk 

Leven
Dood
Levenloos
Biotische factor
a-Biotische factor
 

moeilijke woorden:
(Noteren in je map)

Slide 16 - Diapositive

Heb ik het begrepen?
oefenen

Slide 17 - Diapositive

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
drijvende vis
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 18 - Quiz

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
wind
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 19 - Quiz

Biotisch of abiotisch?
Roofdieren

A
biotisch
B
abiotisch

Slide 20 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 21 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
dood
B
levend
C
D
levenloos

Slide 22 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 23 - Quiz

Wat is geen levenskenmerk?
A
voortplanten
B
voeden
C
uitscheiden
D
zorgen

Slide 24 - Quiz

Wat zijn levenskenmerken?
A
Waarnemen, eten en ruiken.
B
Waarnemen, voeden en bewegen.
C
Bewegen, voeden en plassen.
D
Horen, zien en voelen.

Slide 25 - Quiz

Wat is een levenskenmerk?
A
Praten
B
Verliefd zijn
C
Ademhalen
D
uit eten gaan

Slide 26 - Quiz

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ontwikkelen
B
Bewegen
C
Voortplanten
D
Communiceren

Slide 27 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 28 - Quiz

Heb ik het allemaal goed begrepen?
evalueren

Slide 29 - Diapositive

Wat zijn de levenskenmerken?

Slide 30 - Question ouverte

Wat zijn de a-biotische factoren?

Slide 31 - Question ouverte