Ondersteuning en zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen

Ondersteuning en zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen
Stimuleren van zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen vergroot de zelfredzaamheid en draagt bij aan een betere kwaliteit van leven. 
Belangrijk dat deze strategieën worden aangepast aan de individuele behoeften en het type luchtwegaandoening van elke patiënt.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Ondersteuning en zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen
Stimuleren van zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen vergroot de zelfredzaamheid en draagt bij aan een betere kwaliteit van leven. 
Belangrijk dat deze strategieën worden aangepast aan de individuele behoeften en het type luchtwegaandoening van elke patiënt.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondersteuning en zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen
Stimuleren van zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen vergroot de zelfredzaamheid en draagt bij aan een betere kwaliteit van leven. 
Belangrijk dat deze strategieën worden aangepast aan de individuele behoeften en het type luchtwegaandoening van elke patiënt.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondersteuning en zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen
Stimuleren van zelfmanagement bij luchtwegaandoeningen vergroot de zelfredzaamheid en draagt bij aan een betere kwaliteit van leven. 
Belangrijk dat deze strategieën worden aangepast aan de individuele behoeften en het type luchtwegaandoening van elke patiënt.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de symptomen en behandeling van astma en COPD beschrijven. Je kunt strategieën noemen om de zelfredzaamheid bij cliënten met luchtwegaandoeningen te vergroten. 
Je kunt het belang van eigen regie bij luchtwegaandoeningen uitleggen en hoe dit te ondersteunen.  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over luchtwegaandoeningen?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Astma: symptomen, aanvallen en behandeling
Astma is een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen met episodische* verergeringen.

Episodisch: af en toe,incidenteel 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

COPD: kenmerken, chronische bronchitis, longemfyseem en behandeling
COPD : verzamelnaam voor chronische longaandoeningen die de luchtstroom belemmeren.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfredzaamheid en zelfmanagement bij cliënten met luchtwegaandoeningen
Het vermogen om dagelijkse levensverrichtingen zelfstandig uit te voeren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Co-morbiditeit: definitie en impact op zelfregie
Het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen of ziektes bij een persoon.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgang en ondersteuning bij neurocognitieve en gerelateerde stoornissen
Adequate ondersteuning en omgang met cliënten met deze stoornissen is cruciaal.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
Astma: Een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen met episodische verergeringen. COPD: Een verzamelnaam voor chronische longaandoeningen die de luchtstroom belemmeren. Zelfredzaamheid: Het vermogen om dagelijkse levensverrichtingen zelfstandig uit te voeren. Co-morbiditeit: Het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen of ziektes bij een persoon. Neurocognitieve stoornissen: Aandoeningen die de cognitieve functies zoals geheugen, denken en probleemoplossend vermogen beïnvloeden.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.