Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat is de eerste stap die je zet om te weten hoe je het werkwoord moet spellen?

Is de stam van het werkwoord hetzelfde als de ik-vorm?

Opdracht

- Vul in de volgende dia's het juiste werkwoord in. Als de tijd niet duidelijk uit de zin blijkt, gebruik je de tegenwoordige tijd. 

- Kijk zelf je antwoorden even goed na, want als je de antwoorden iets anders noteert dan ik gedaan heb, kan het zijn dat het fout gerekend wordt terwijl je spelling klopt. 

Hopelijk ...... (aanvaarden) je de beslissing dat deze plannen in elk geval op korte termijn niet .......... (realiseren) gaan worden.

We ..... (boffen) vorige week enorm dat dit instituut op tijd al het vervuilde water had ...... (zuiveren).

Petra ....... (betreuren) het dat de gemeente het huis van haar ouders nog steeds niet .......... (restaureren) heeft.

... je mij, dan verraad ik jou ook! (verraden)

Het ..... (benauwen) me dat de staat dit project nog steeds niet ....... (financieren) heeft

Eigenlijk ..... (verwachten) mijn chef gisteren al dat de grond ...... (egaliseren) zou zijn.

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.

Met het geld dat hij deze zomer heeft ……………….. (verdienen), …………. (betalen) Freek zijn sportabonnement.

We dachten een geluid te horen, maar het bleek dat we het ons ......(verbeelden)

De bendeleden ..... (racen) afgelopen maandag door de binnenstad en werden niet door de autoriteiten .... (belemmeren).

Werkwoorden uit het Engels

Het Nederlands heeft veel werkwoorden overgenomen uit het Engels: checken, racen, gamen. 

Zoals je ziet, zijn deze werkwoorden vernederlandst door de uitgang -en. Je vervoegt deze werkwoorden net zoals andere Nederlandse werkwoorden.

voorbeeld

checken – hij checkt – hij checkte – ik heb gecheckt

showen – hij showt – hij showde – ik heb geshowd

Tips

Soms schrijf je een extra, onhoorbare e achter de stam. Zo voorkom je uitspraakproblemen:

racen – ik race - hij racet (niet: hij ract) - ik racete

timen – ik time - hij timet (niet: hij timt) - ik timede

Soms schrijf je twee medeklinkers aan het eind van de ik-vorm. Zo maak je duidelijk dat je het woord op z’n Engels uitspreekt:

paintballen – ik paintball - hij paintballt - ik paintballde

passen – ik pass - hij passt - ik passte

Maar:

stressen – ik streste

Als de stam eindigt op een sisklank, schrijf je -t (t.t.) en -te (v.t.):

crashen – hij crasht -  ik crashte

relaxen –  hij relaxt -  ik relaxte

Saar ........ (skaten) elke dag naar school.

Mijn moeder heeft alle familieleden op de foto .......... (taggen).

Als de eigenaar de nieuwe naam even had …... (googelen), dan zou hij deze fout niet gemaakt hebben.

Voltooide deelwoorden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

Zwak werkwoord: 

-Net zoals bij een ‘gewoon’ bijvoeglijk naamwoord (bv. goed + e = goede dus: gepoetst +e =gepoetste). 

-Zo simpel mogelijk, maar ook goed kijken en luisteren wat er staat (bv. FOUT = de gerede prinses GOED = de geredde prinses). 

Sterke werkwoord: Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde, dus eindigt op 

-en (bv. sluiten = de gesloten deur) Onthoud: sterk genoeg om van klinker te veranderen.

Vul de juiste vorm in:
de ........ gebieden (bezetten)

Vul de juiste vorm in:
de ......... films (verbieden)

Vul de juiste vorm in:
de ........ paspoppen (aankleden)

Vul de juiste vorm in:
de ....... regen (verwachten)

Vul de juiste vorm in:
de ...... prinses (redden)

Verder oefenen:

• maak opdracht 3 en 4 van blok 4, Spelling en interpunctie in Op Niveau4
• https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-engelse-werkwoorden/ 
• https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-spelling-alle-werkwoordsvormen-door-elkaar/