Oefenen werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Het virus .... (verspreiden t.t.) zich onder de mensen.

De baliemedewerker vroeg of we wilden ... (wachten).

Met het geld dat hij deze zomer heeft ……………….. (verdienen), …………. (betalen) Freek zijn sportabonnement.

Het kost altijd wat moeite, voor hij zijn ongelijk ... (erkennen).

We dachten een geluid te horen, maar het bleek dat we het ons ......(verbeelden)

Waarom schrijf je in zin 1 wordt en in zin 2 word?

1. Wordt je mentor ook uitgenodigd voor het feest over drie weken?
2. Je zult zien, morgen word je opgeroepen voor een gesprek.

1. Wordt je mentor ook uitgenodigd voor het feest over drie weken?

2. Je zult zien, morgen word je opgeroepen voor een gesprek.

Zin 1: onderwerp is je mentor (je kun je vervangen door jouw)

Zin 2: onderwerp is je (je kun je vervangen door jij)

Regel: jij (of je dat je kunt vervangen door jij) achter de pv, dan de ik-vorm.

... je mij, dan verraad ik jou ook! (verraden)

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.

Dat ...... (verroesten) trommeltje kon je niet langer gebruiken.

Dat verroeste trommeltje kon je niet langer gebruiken. 

verroeste = voltooid deelwoord dat gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord (voltooid deelwoord is verroest)

Regels:

- Eindigt het voltooid deelwoord op -en dan schrijft het bijvoeglijk naamwoord ook zo.

Voorbeeld:

De spiegel is gebarsten. De gebarsten spiegel.

- Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord een -e.

Voorbeeld:

De schoenen zijn gepoetst. De gepoetste schoenen.

Zo simpel mogelijk dus, maar kijk en luister wel goed!

De prinses is gered. De geredde prinses. 

Vergelijk met: Het huis is rood. Het rode huis. 

- Na te schrijf je het bijvoeglijk naamwoord als infinitief. 

Voorbeeld:

De straat moet verlicht worden.

De te verlichten straat. 

De kinderen keken uit naar de lang ... (verwachten) cadeaus.

De ... (stranden) walvis wordt goed verzorgd door de dierenverzorgers.

Saar ........ (skaten) elke dag naar school.

Mijn moeder heeft alle familieleden op de foto .......... (taggen).

Toen het bezoek weg was, ............
(crashen) Pim op de bank

Lars is op het laatste moment nog de zaal in … (sneaken).

Als de eigenaar de nieuwe naam even had …... (googelen), dan zou hij deze fout niet gemaakt hebben.

Verder oefenen:

• https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-engelse-werkwoorden/ 
• https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-spelling-alle-werkwoordsvormen-door-elkaar/