3.2 - J1: H1.5 denken en doen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

In deze presentatie leer je:

Dat er kleine verschillen waren tussen jager-verzamelaars

&

dat er grote verschillen waren tussen boeren.

Even herhalen..

• Geloof in het hiernamaals
• Monumenten: hunebedden


• Natuurgodsdienst
• Rituelen
• Kunst
• Hoe noem je het denken en doen van mensen?

Kleine verschillen tussen jager-verzamelaars

Jager-verzamelaars leefden als nomaden in kleine groepen. Daardoor waren er maar kleine verschillen in:

 

Bezit

Jager-verzamelaars waren nomaden en konden niet veel bezit meenemen. Bezittingen werden vaak gedeeld.

Aanzien

Het verschil in aanzien (waardering) was klein: iedereen was ongeveer even belangrijk. 

Macht

Weinig machtsverschil, besluiten werden samen genomen.

Grote verschillen tussen boeren

Jager-verzamelaars leefden als nomaden in kleine groepen. Daardoor waren er maar kleine verschillen in:

 

Bezit

Boeren konden veel bezitten en sommige boeren werden rijker dan andere. Bezittingen werden niet altijd meer gedeeld.

Aanzien

Mensen met meer bezit of macht kregen meer aanzien/werden belangrijker voor andere mensen.

Macht

Er kwamen dorpshoofden met meer macht.

Verschillen tussen mensen en groepen in een samenleving noemen we sociale verschillen.

Boeren moesten met meer mensen rekening houden en afspraken maken. Als er conflicten waren, moesten ze die samen oplossen.

Begrippen leren

Gebruik blz. 24 en 25 van 

je tekstboek.

            Schrijf de begrippen op 

            die je moeilijk vindt.

Pas na 5 tot 8 keer herhalen zit iets 

in je langetermijngeheugen.

Denken - delen - uitwisselen

Denken: jullie krijgen een vraag op het bord te zien, hier denken jullie 30 seconden zelfstandig (dus zonder te praten) over na.

Delen: daarna mag je 1 minuut overleggen met je buurman of buurvrouw.

Uitwisselen: er wordt iemand uitgekozen die zijn of haar antwoord mag opnoemen en uitleggen. 

Op het bord zie je hoeveel tijd je nog hebt!

Denken 

Voorbeeldvraag

Noem een kenmerkend aspect 

van tijdvak 1.

Dit onderdeel doe je in stilte.

Delen

Bespreek je antwoord

met je buurman of buurvrouw.

De vraag was: noem een kenmerkend aspect van tijdvak 1.

Klassikaal uitwisselen

Denken 

Wat wordt er bedoeld met

natuurgodsdienst? Bedenk ook een voorbeeld van natuurgodsdienst. 

Dit onderdeel doe je in stilte.

Delen

Bespreek je antwoord

met je buurman of buurvrouw.

De vraag was: wat wordt er bedoeld met natuurgodsdienst? Bedenk ook een voorbeeld van natuurgodsdienst.

Klassikaal uitwisselen

Denken

Wat voor functie hebben

de Hunebedden waarschijnlijk gehad?

Gebruik in je antwoord de woorden hiernamaals en rituelen. 

Dit onderdeel doe je in stilte.

Delen

Bespreek je antwoord 

met je buurman of buurvrouw.

De vraag was: Wat voor functie hebben de Hunebedden waarschijnlijk gehad? Gebruik in je antwoord de woorden hiernamaals en rituelen.

Klassikaal uitwisselen

Denken

Er ontstond meer verschil in 

bezit tussen de boeren dan bij de jager-verzamelaars. Waarom was dit?

Dit onderdeel doe je in stilte.

Delen

Bespreek je antwoord

met je buurman of buurvrouw.

De vraag was: noem twee voorbeelden van sociale verschillen.

Klassikaal uitwisselen

Denken

Noem twee voorbeelden van

sociale verschillen. 

Dit onderdeel doe je in stilte.

Delen

Bespreek je antwoord

met je buurman of buurvrouw.

De vraag was: er ontstond meer verschil in bezit tussen de boeren dan bij de jager-verzamelaars. Waarom was dit?

Klassikaal uitwisselen

Werken aan de opdrachten in het werkboek (zie bord)

Hoe? Doe dit in twee- of drietallen op een zacht volume. 

Klaar? je mag de opdrachten nakijken.

Alles wat je hier doet hoef je thuis niet meer te doen! 

Al klaar met het huiswerk + nakijken? Ga leren voor de toets. 

Begrippen leren

Gebruik blz. 24 en 25 van 

je tekstboek.

            Schrijf de begrippen op 

            die je moeilijk vindt.

Pas na 5 tot 8 keer herhalen zit iets 

in je langetermijngeheugen.

Volgende les 

Nog drie lessen tot de toets!

Zorg ervoor dat je de opdrachten van §1.5 af hebt in je werkboek.