4.2 Grammatica KGT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

4.2 Grammatica (KGT)

Wat gaan we doen!

• Huiswerk bespreken
  
• Terugblikken op de vorige les
  
• Lesdoel bespreken
  
• Uitleg
  
• Aan de slag
  

Huiswerk bespreken!

3.3 Spelling

Opdracht 1 t/m 8

Terugblik

Ik weet hoe ik de persoonsvorm tegenwoordige tijd: ik vorm moet spellen.

Ik weet op welke manier ik grenzen aan zinnen kan geven.

Waar begint een zin mee?
Op welke manieren kan een zin eindigen?

Lesdoel

Ik weet dat de persoonsvorm niet altijd te vinden is met de pv proef.

Ik weet wat het werkwoordelijk gezegde is.

PV- Proef

Je weet nu dat je de persoonsvorm kunt vinden met de pv- proef ( zin vragend maken)

Soms is de zin al een vraagzin. Maar staat de persoonsvorm niet vooraan.

Let op!   Waar ga jij naartoe?   Waar is een vraagwoord.

Nog meer vraagwoorden: wie, wat, waarom, wanneer, welk, hoe.

Staat er een vraagwoord vooraan in de zin dan is het tweede zinsdeel de persoonsvorm.

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden uit de zin!

Dus: Persoonsvorm + andere werkwoorden

Aan de slag

Huiswerk:

Gele snelhechter

4.2 Grammatica

Opdracht 1 t/m 8

Vergeet niet de theoriestukken te lezen!

Wat heb je geleerd?

Ik weet dat de persoonsvorm niet altijd te vinden is met de pv proef.

Ik weet wat het werkwoordelijk gezegde is.