Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Aan het eind van deze les...
Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.
Slide 1 - Diapositive
Noem 4 aspecten die je kan beschrijven van het SPEL
Slide 2 - Carte mentale
Noem zoveel mogelijk aspecten die je kan beschrijven van THEATERVORMGEVING
Slide 3 - Carte mentale
Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène
Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Luister het hoorspel over PARADE
Maak aantekeningen.
Wat was er zo vernieuwend aan de muziek van Erik Satie?
Beschrijf waarom het decor van Parade bij het kubisme hoort.
Hoorspel Parade
Slide 8 - Diapositive
Wat weet je over de voorstelling PARADE?
Slide 9 - Carte mentale
Ontwerp zelf een kostuum voor de mechanische directeurs, op de in het hoorspel omschreven manier. Bedenk argumenten waarom jouw ontwerp voldoet aan de kenmerken van het kubisme.
Voor de personages van de twee managers uit Parade ontwierp Picasso als kostuum een grote constructie. Je ziet de Franse en Amerikaanse manager. In beide kostuums herken je elementen van het kubisme. Beschrijf 3 elementen van het kubisme die je herkent in (een van) de kostuums.
Slide 12 - Question ouverte
Bertolt Brecht ontwikkelde het episch theater waarin hij onder andere gebruik maakte van vervreemdingseffecten. Leg uit met welk doel Brecht vervreemding gebruikte.
Slide 13 - Question ouverte
Check...
Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
Ken je een aantal moderne theatermakers;
Kan je kenmerken noemen van modern theater;
Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.