Schrijven 3GT 4.4 en 5.4

Theorielessen paragraaf 4.4 en 5.4
Schrijfvaardigheid: reclame, slogans, artikel en congruentie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Theorielessen paragraaf 4.4 en 5.4
Schrijfvaardigheid: reclame, slogans, artikel en congruentie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je leert reclameteksten en slogans herkennen en de kenmerken benoemen. 
  • Je leert wat een artikel is en wat de kenmerken ervan zijn.
  • Je leert wat congruentie betekent en kunt de juiste persoonsvorm bij een onderwerp kiezen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 4.4
Reclame
&
Slogans

Blz. 129 werkboek B

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trek de aandacht
Gebruik opvallende lay-out, afbeeldingen en kleuren om de aandacht te trekken.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelgroepgericht schrijven
Wie is je doelgroep?    
                                jong - oud - puber - sporters - gamers

Wat heeft je doelgroep nodig? 
                             fietsverzekering - controllers - paardenspullen -                                   Hûnekopkleding

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijkste boodschap
Houd de tekst kort, bondig en duidelijk om de boodschap over te brengen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slogan
Een goede slogan 
is ........ en krachtig. 
is ................ te onthouden.
belooft een .................
past alleen bij jouw ................

Kruidvat, steeds verrassend, altijd voordelig


Slide 7 - Diapositive

kort - makkelijk - voordeel - product

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantekeningen 5.4 
Congruentie
&
Artikel

Blz. 198 werkboek B

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel
Titel
Inleiding (pakkend - aanleiding/verwijzing/mening)
Kern (uitleg/argumenten)
Slot (conclusie/samenvatting)
Voor- en achternaam, functie

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpak artikel
  1. Lees de situatiebeschrijving en de opdracht.
  2. Verplaats je in de gegeven situatie.
  3. Maak een schrijfplan (inleiding - kern - slot).
  4. Schrijf je tekst.
  5. Verbeter de tekst op spelling, hoofdlettergebruik en interpunctie.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Congruentie
Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar.

Hij (ow - enkelvoud) loopt (pv enkelvoud).
Wij (ow - meervoud) lopen (pv meervoud).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Congruentie - oefenen
45% van de leerlingen vindt / vinden wiskunde een moeilijk vak.
Alle leerlingen is / zijn vandaag langs de hoofdingang gelopen.
Gisteren ging / gingen mijn vader en ik naar de bioscoop.
De media schrijft / schrijven vaker slecht nieuws.
Achteraf heeft / hebben een deel van de groep gelogen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Paragraaf 4.4: 2, 4 en 7
Paragraaf 5.4: 2, 3abcd, 6, 8 en 9a
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling theorie
Zie kopieerbladen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proeftoets theorie schrijven
1.4/2.4/3.4/4.4/5.4

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proeftoets zakelijke brief
2.4

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.