Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
THV1L
Welkom
Slide 1 - Diapositive
Programma
project Angstzweet, derde les: een spannend verhaal schrijven
Dat verhaal is vóór de volgende les af.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
aan het eind van de les heb je een opzet voor je verhaal klaar:
de setting van je verhaal is duidelijk (tijd, ruimte, personages en objecten) en je weet welke criteria voor spanning je gaat toepassen.
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk
Verhaal en trailer "Val" doornemen: waar zit de spanning?
Boek gekozen
Slide 4 - Diapositive
Eigen spannende verhaal
Gebruik de elementen van spanning die je geleerd hebt
Slide 5 - Diapositive
Begin nóóit zomaar te schrijven, maar maak eerst een plan
In welke ruimte of ruimtes speelt het verhaal zich af?
Kelder, donkere ruimte, nog een andere ruimte (later bepalen)
Wie is de hoofdpersoon? Een kleine jongen, Sam, ongeveer 8 of 10 jaar; zwart haar, Amerikaans, 1.50 meter. Karakter: bang, maar ook lief. Hij gaat de enorme kelder in om een sleutel te zoeken. Wie zijn de overige personen? Moeder en vriendje. Vriendje gaat helpen. Sam en Thomas. Samen naar de kelder in.
Slide 6 - Diapositive
Begin nóóit zomaar te schrijven, maar maak eerst een plan
Welke voorwerpen zijn belangrijk? Kist, daarop past de sleutel. In de kelder staan stoelen, kasten. Kelder is van heel oud huis; Vriendjes daagden elkaar uit.
Welke acties kies ik? Zoektocht naar een sleutel, achtervolging (extra persoon!)
Schrijf ik vanuit de ik-persoon of vanuit een hij/zij-perspectief? Vanuit Sam (hij)
Hoe start ik het verhaal? "De deur viel achter ons dicht." of "Het was een stormachtige nacht." of "Thomas en ik moesten de kelder opruimen van mijn oma."
Slide 7 - Diapositive
Samen invullen, straks zelf
Slide 8 - Diapositive
Instructies voor het verhaal
Minimaal 1 A4 en maximaal 2 A4’tjes getypt
Lettergrootte 11
Criteria spanning die we met de klas hebben opgesteld, verwerkt in de tekst
Minimaal 3 x directe rede en minimaal 3 x indirecte rede verwerkt in de tekst
Gebruik verwijswoorden (deze, die, hij, hen, zij, hun, ...)
en gebruik voegwoorden (als, plotseling, terwijl, omdat, ook,..)
Slide 9 - Diapositive
Volgende les klaar in Teams / Classnotebook / Schrijfvaardigheid