(Online) les woensdag 12 januari

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

 Unidad 4 

En el restaurante

Planning vandaag

• Hoe gebruik je het werkwoord gustar?
• Woordjes restaurant 
• De menu kaart + zinnetjes

''Aan het eind van deze les kun je in het Spaans zeggen of  je iets (niet) leuk of lekker vindt.''

A mí me gusta= Aan mij bevalt het

A mí

A tí

A él/ella/usted

me 

te        +

le

            

gusta  

gustan 

    

.....

.....

.....

.....

.....

Me __________ la paella.

1. Gusta
2. Gustan

Me ________las patatas fritas.

1. Gusta
2. Gustan

Me ________ hablar español.

1. Gusta
2. Gustan

¿Qué hay en la mesa?

¿Qué hay en la mesa?

Wat ligt er op tafel?

Sal y pimienta

La copa de vino

La servilleta

El tenedor

El plato

El cuchillo

La cuchara

El vaso de agua

Página 73, ejercicio 4.13

Welk soep kan ik bestellen?

1. Groentesoep
2. Gazpacho
3. Uiensoep
4. Champignonsoep

Welke hoofdgerechten kan ik nemen als ik van vis houd?

Welke smaken ijs heb je?

Wat zit er bij de prijs inbegrepen?

1. De BTW
2. 4 drankjes
3. Het nagerecht
4. 1 drankje

Hoe zeg je de volgende zinnen in het Spaans? 

De menukaart, alstublieft

1. El menú, por favor
2. El carto de menú, por favor
3. El menú, gracias

Hoe kan ik betalen?

1. ¿Qué puedo pagar?
2. ¿Cómo puedo pagar?
3. ¿Cómo quiero pagar?

Wilt u een nagerecht?

1. ¿Pueden postre?
2. ¿Toman postre?
3. ¿Toman de segundo?

Kijk naar de menukaart op pagina 73 en geef aan wat jij lekker vind in het Spaans. (Tip: A mi me gusta...)

Wat heb je vandaag geleerd?

Wat vonden jullie van deze les? (Geef tips en tops!)