Tijdvak 3 introductie H4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Tijdvak 3

Leerdoelen tijdvak 3

Je kunt uitleggen:

• wat het hofstelsel inhoudt (les 1)
• wat het feodale stelsel inhoudt (les 2)
• hoe het christendom en de islam zich verspreidden door   Europa (les 3)

Je leert:

• hoe je moet werken met bronnen(stappenplan)

In de les (1)

Leerdoel:

• hofstelsel, wat is dat?
• Terugkomen op huiswerk: blz.  47

Hofstelsel 

Hofstelsel en horigen

Kenmerkend aspect: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

Domein of Hof

Hofstelsel 

Het hofstelsel is dus een economisch systeem

In de les 

Aan de slag met bron K.  Beantwoord de volgende vragen:

a. Wat voor soort bron is het?

b. Waar is de bron gemaakt?

c. Wanneer is de bron gemaakt?

d. Wie heeft de bron gemaakt?

e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?

f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?

g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?

In de les (2)

Leerdoel:

• feodale stelsel, wat is dat?
• Terugkomen op huiswerk: blz. 48 en 49

Feodale Stelsel

Feodale stelsel

Kenmerkend aspect: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Hoe ga je na het einde van het West-Romeinse Rijk je koninkrijk besturen?

l

De middeleeuwse samenleving  is een standensamenleving

Stand: een groep met een vaste sociale positie.

De standensamenleving

• Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)

• Tweede stand: Edelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)

• Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Feodale Stelsel

Het feodale stelsel is dus een politiek systeem, want het heeft betrekking op het bestuur van een rijk

In de les 

Aan de slag met bron N.  Beantwoord de volgende vragen:

a. Wat voor soort bron is het?

b. Waar is de bron gemaakt?

c. Wanneer is de bron gemaakt?

d. Wie heeft de bron gemaakt?

e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?

f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?

g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?

Leerdoelen tijdvak 3

Je kunt uitleggen:

• wat het hofstelsel inhoudt (les 1)
• wat het feodale stelsel inhoudt (les 2)
• hoe het christendom en de islam zich verspreidden door   Europa (les 3)

Je leert:

• hoe je moet werken met bronnen(stappenplan)

In de les (3)

Leerdoel:

• je kunt uitleggen hoe het christendom en de islam zich verspreidden door Europa en doorlopend in tijdvak 4 met de kruistochten (expansie van de Chr. wereld naar buiten toe)
• Terugkomen op huiswerk: blz.  52 t/m 55

Verspreiding christendom en islam

Verspreiding christendom

Kenmerkend aspect: De verspreiding van het christendom in heel Europa

Frankische koning Clovis wordt gedoopt (496)

Missionarissen

Hoe de christelijke en Germaanse gebruiken samensmolten.

Bijvoorbeeld: 

• Kerstmis en het midwinterfeest
• Mariabeeld/kapel bij eik

Verspreiding islam

Kenmerkend aspect: Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Nieuw geloof 

(7e eeuw)

• Mohammed, profeet
• voortbouwen op geschriften van joden, christenen en lokale religies
• Koran

Verspreiding Islam

Geleidelijk verspreidde de islam zich  in Azie en Afrika

Tijdvak 4 : Strijd in Spanje/Portugal en het 'Heilige Land'

• Reconquista
• Kruistochten

In de les 

Aan de slag met bron O en P.  Beantwoord de volgende vragen:

a. Wat voor soort bron is het?

b. Waar is de bron gemaakt?

c. Wanneer is de bron gemaakt?

d. Wie heeft de bron gemaakt?

e. Welk(e) kenmerkend(e) aspect(en) hoort(horen) bij de bron?

f. Is de bron representatief? Waarom wel/niet?

g. Is de bron betrouwbaar? Waarom wel/niet?