Taal thema 2, les 3 eten en drinken

Lesdoel
Ik weet wat de woorden en uitdrukkingen over eten en drinken betekenen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Ik weet wat de woorden en uitdrukkingen over eten en drinken betekenen.

Slide 1 - Diapositive

de amuse

een klein hapje dat je vooraf of tussen twee gangen
  door krijgt.

Het diner in het restaurant begon met een kleine amuse.


Slide 2 - Diapositive

de gang
een deel van de maaltijd

Het diner bestond uit drie gangen. Een voor-, hoofd- en nagerecht.

Slide 3 - Diapositive

de delicatesse


lekker en bijzonder eten


Sommige mensen vinden oesters een delicatesse.


Slide 4 - Diapositive

de etagère

boven elkaar geplaatste borden in een rekje waar je
  kleine hapjes mee opdient.

De gebakjes werden mooi geserveerd op een etagère.


Slide 5 - Diapositive

de recensie
een stukje tekst waarin de mening staat van iemand die er verstand van heeft.

Die man vond het eten heel lekker, dus hij heeft een goede recensie geschreven.

Slide 6 - Diapositive

de cocktailprikker
Een houten stokje waaraan je een hapje prikt.

Slide 7 - Diapositive

het plateau
een hoog blad waarop bijvoorbeeld eten ligt.




Slide 8 - Diapositive

de kost


een ander woord voor voedsel




Slide 9 - Diapositive

De hond in de pot vinden.
Te laat komen, waardoor het eten al op is. 

Slide 10 - Diapositive

Roet in het eten gooien
De plannen of een gebeurtenis verpesten.


Slide 11 - Diapositive

De appel valt niet ver van de boom.
Kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders.

Slide 12 - Diapositive

Zelfs in de lekkerste appeltaart zit wel een pit.
Over alles is wel iets negatiefs te zeggen.

Slide 13 - Diapositive